65% van de toekomstige jobs bestaat vandaag nog niet eens. Dit straffe cijfer van World Economic Forum heeft meerdere initiatiefnemers in België aan de alarmbel doen trekken. Katja Schipperheijn, de Vlaamse techonderneemster die eerder al furore maakte met haar eigen sociaal leerplatform sCool, hoopt daar met het initiatief ‘De Sociaalste School’ verandering in te brengen. “Ik wil digitale geletterdheid en sociale media als positief middel inzetten op de schoolbanken - we hebben geen keuze meer”, klinken haar straffe woorden. Bloovi schrijfster Magali De Reu zat met haar samen en luisterde naar de plannen.

Nieuwe definitie van digital

Met het project ‘De Sociaalste School’ en de bijbehorende wedstrijd hoopt Schipperheijn digitale geletterdheid en inclusie in het onderwijs te stimuleren. Deelnemende basis- en secundaire scholen krijgen een zogeheten ‘#SociaalsteSchool Doos' met verschillende tools, waar partners zoals BookWidgets, Child Focus, Mediawijs.be en de Privacy Commissie een bijdrage aan leverden. Daarmee kunnen deelnemers tussen 15 september en 20 oktober een innovatief project indienen om gedurende de eerste week van november kans te maken op de prijs van #SociaalsteSchool basisonderwijs en #Sociaalsteschool secundair onderwijs. Het project geniet de steun van het Digital Belgium Skills Fund, dat werd opgericht door vicepremier Alexander De Croo om kinderen, jongeren en (jong)volwassenen digitale vaardigheden aan te leren.

“We leven in een maatschappij waarin digitale vaardigheden steeds meer je kansen bepalen - zeker op de arbeidsmarkt”, legt de onderneemster uit. “In de toekomst zal negen op tien jobs digitale vaardigheden vereisen. Nu al is het vaak puzzelen om de vaardigheden van werkzoekenden te laten aansluiten op de steeds strengere behoeften van de arbeidsmarkt. Het potentieel is er: heel wat kinderen en jongeren zijn geboeid door alles wat te maken heeft met informatica en nieuwe technologieën. Alleen hebben ze niet altijd de financiële middelen of het netwerk om hun interesses en talenten ten volle te ontwikkelen.”

Kinderen moeten niet leren coderen om een website te kunnen bouwen, maar om te leren samenwerken

Toch reiken digitale vaardigheden volgens Schipperheijn veel verder dan IT en technologie zelf - wat ze met het initiatief ook hoopt bij te brengen. “Er heerst een verkeerd denkbeeld over digitalisering, en dat ligt écht aan de basis van de trage adoptie in het onderwijs”, vindt ze. “Eerlijk gezegd werkt het me op de zenuwen hoe we koppig blijven geloven dat technologie zoals artificiële intelligentie onze jobs gaat inpikken. Hetzelfde werd vroeger gezegd over de ontwikkelingen binnen de industriële revolutie. Maar we hebben het hier nog steeds over een shift in jobs - niet het verdwijnen ervan. Dat betekent dat we niet angstig moeten zijn, maar moeten durven meegroeien. Als we kijken naar het type jobs die erbij komen, dan zie je dat we vooral soft skills nodig hebben. Want ook dat is digital.”

Schipperheijn laat me enthousiast een schema zien waarin ze staaft dat de arbeidsmarkt in 2020 andere sociaal-emotionele vaardigheden vooropstelt. “Vanuit mijn perspectief hoeven kinderen niet leren coderen om te weten hoe ze een website in elkaar moeten steken”, stelt ze. “Kijk naar Coderdojo, daar duidt het coderen vooral op het collectieve aspect. Samen games ontwikkelen, samen prestaties realiseren. Creatief en logisch denken, dat moeten we voeden.”

De vrouw, zelf ook moeder van twee dochters, vindt ook dat de noodkreet voor een gedigitaliseerd onderwijs geen zwart-witverhaal is. “Wanneer een van mijn kinderen het lastig heeft met hoofdrekenen of een staartdeling, nemen ze soms een rekenmachine of doen ze de oefening op papier”, illustreert ze. “Mijn jongste dochter typt haar huiswerk op haar gsm, maar kan net zo goed pen en papier de baas. Ik geloof dus niet in een uitsluitend digitaal onderwijs, we hebben wel degelijk een combinatie nodig. Radicaal één enkel pad inslaan is gevaarlijk.”

Netiquette en sociale inclusie

Een ander aspect waar Schipperheijn naar eigen zeggen onnoemelijk veel belang aan hecht, is sociale inclusie. “Ik wil een digitale sociale verantwoordelijkheid op de schoolbanken krijgen”, hamert ze. “En daarvoor is er ‘netiquette’ nodig, wat gedragscodes en omgangsvormen online toelicht. Kinderen leren in de klas hoe ze zich moeten gedragen als burger. Maar over online wordt er geen woord gerept. Nochtans wordt er op het internet helemaal anders gecommuniceerd, en daar zijn context, intentie en impact plots heel belangrijk - die netiquette, dus. Het staat en valt met inclusie van kinderen: als ze niet weten hoe ze zich moeten gedragen, is de kans groot dat er vroeg of laat iemand niet meer bijhoort. Offline kun je weglopen van pesters, online is dat al een pak moeilijker.”

Zelfsturend leren is de beste manier om digitale vaardigheden aan te leren
Foto: Katja Schipperheijn

Het echte probleem situeert zich vooral in dat er vandaag veel wordt verboden in het onderwijs. “Uitdagingen en problemen mogen we niet aanpakken door ze te weigeren en te negeren”, luidt Schipperheijns visie. “Waarom laten we kinderen pas een smartphone kopen vanaf hun zestiende? Of hoe komt het dat het internet amper wordt toegestaan op de schoolbanken? Ik ben ervan overtuigd dat we dergelijke zaken niet moeten verbieden, maar kinderen moeten aanleren ermee om te gaan. En dat kan door zelfsturend leren - de beste manier om digitale vaardigheden te kweken. Momenteel is er eigenlijk te veel aandacht voor high-achievers, en vergeet onze samenleving wat zelfsturend leren juist oplevert.”

Een soortgelijke weigerachtige houding tegenover sociale media mocht de vrouw zelf ervaren toen ze haar dochter verbood om een Facebook-profiel aan te maken. Toen die laatste haar vertelde dat ze zich uitgesloten voelde, was Schipperheijn zo geraakt dat ze besloot het sociaal leerplatform sCool op te richten. “Toen al kreeg ik veel negatieve reacties over mogelijk pestgedrag op het platform”, herinnert ze zich. “Maar dankzij sociale netwerken en de juiste omkadering zullen jonge leerlingen net beter integreren. We kunnen online niet meer wegdenken of wegwerken. Kliekjes op de speelplaats zijn er nu ook online 24/7. Dat wil niet zeggen dat we het moeten verbieden, want kinderen willen net overal met elkaar verbonden zijn. Door het online verhaal is de impact van zulke groepjes veel groter dan vroeger. Kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd depressies omdat ze er niet bijhoren. Daarom net zijn die gedragscodes dus zo belangrijk, welke ik bijvoorbeeld neerschrijf in de wiki’s en handleidingen op sCool. Aan de hand van zelfstudie kunnen kinderen wegwijs raken in een digitale wereld.”

Er schieten zoveel projecten bottom-up uit de grond, en dat is een mooie vooruitgang

De technologie onderneemster hoopt dus een positief verhaal neer te zetten over digital en sociale media. “Er moeten evenveel slechte als goede voorbeelden zijn”, glimlacht ze. “Er wordt zoveel gepalaverd over het onderwijs dat moet veranderen, maar eigenlijk is dat negatieve imago het grootste probleem waarmee we kampen. Belgen kijken naar de modus operandi in Scandinavië en wijzen dan de vinger naar ons land. Maar daar heb ik geen tijd voor: het is hoog tijd om het heft in eigen handen te nemen. Dat er nu zoveel projecten bottom-up uit de grond schieten, betekent een mooie vooruitgang.

Pedagogische perspectieven

Schipperheijn bemerkt dat niet kinderen, maar vooral leerkrachten twijfelachtig zijn over het gebruik van digitale tools. “Ook zij hebben begeleiding en een gestructureerde aanpak nodig”, gelooft ze. “Maar daarvoor moet het onderwijs beseffen dat digitalisering geen innovatieve vernuftigheid is om mee te pronken. Nee, het moet worden geïntegreerd vanuit een pedagogisch perspectief. Nu denken scholen nog te veel in silo’s. Ze kopen een platform aan en juichen technologie toe, maar er is geen overkoepelende visie. En sommige tools worden amper of verkeerd gebruikt. Kijk maar naar interactieve whiteboards van 8.000 euro, die veel leerkrachten gebruiken als witte muur om een presentatie op te projecteren.”

Een mogelijke oplossing volgens Schipperheijn: een aangepaste lerarenopleiding. “Met meer aandacht aan het digitale”, vult ze aan. “In Nederland kun je al een minor volgen ‘digitaal en media’. “Voor een project waar ik aan meewerk heb ik contact met een van de meest innovatieve scholen in Nederland. Leerkrachten krijgen er enkel een whiteboard als ze ermee kunnen werken en weten hoe ze het pedagogisch kunnen inzetten. En dan heb je de echte meerwaarde van digitalisering.”

Met die visie hoopt Schipperheijn een nieuwe invulling van onderwijs in gang te zetten, waarbij verschillende scholen en leerlingen creaties met elkaar delen ten voordele van digital in het onderwijs. “De Sociaalste School is dan ook geen eenmalig project, maar de start van een nieuwe beweging die we nu hopelijk in gang hebben gezet”, klinkt het.

Succes, Katja!