In het landschap van artificiële intelligentie is Jan Beke geen onbekende naam. De Brusselaar is amper 30 jaar, maar heeft zich afgelopen jaren gespecialiseerd in het reilen en zeilen van kunstmatige intelligentie. Van stage bij de Europese Kamer van Koophandel in Peking tot een adviserende functie onder meer NASA en het Amerikaanse Department of Homeland Security: Beke kan nu al terugblikken op een indrukwekkend parcours waarin hij artificiële intelligentie wereldwijd hoopt te laten doorbreken.

Grootste gemene deler tussen filosofie en artificiële intelligentie

Onze landgenoot is allesbehalve een techneut pur sang. Integendeel, Jan Beke behaalde een masterdiploma in filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel. Wel gelooft hij dat de raakvlakken tussen filosofie en artificiële intelligentie zijn passie voor artificiële intelligentie verklaren. “Wat me aantrekt in filosofie, is het oplossen van het onmogelijke”, legt hij uit. “Ik vind het ontzettend fascinerend om abstract na te denken over existentiële kwesties, en dat staat haaks op de essentie van AI. De basis van het filosofische vak zit in het werkveld van AI, en biedt daarin een enorme meerwaarde. Net zoals filosofie kent AI ook verschillende dimensies: er is het technologische perspectief, maar ook de sociale en ethische perspectieven spelen een rol.”

Toch gelooft Beke dat je filosofische studies idealiter combineert met een praktische richting. “Zelf ben ik niet degene die zich wou verdiepen in de technische materie van artificiële intelligentie”, vult hij aan. “Dus leek het mij logisch dat ik nog een opleiding business development volgde. Nadien specialiseerde ik me verder via een traject International Business aan de Hult International Business School. En nog later studeerde ik een opleiding in artificiële intelligentie aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology; nvdr) in Boston.”

Hoewel ik de meest kennis verworven heb door gewoon dagelijks bezig te zijn met de technologie en het vermarkten ervan, waren die diploma’s een mooi startpunt om andere bedrijven en uiteindelijk ook het grote publiek te overtuigen van het soms nog onderschatte potentieel dat AI heeft.”

AI in China versus de Verenigde Staten

Hoewel Beke initieel stage had gelopen in het Chinese Peking, besloot hij van Silicon Valley zijn thuisbasis te maken na er een tweede stage te hebben gedaan. Hij ging als enterprise directeur aan de slag bij Quid, een bedrijfje dat een AI-gestuurde technologie ontwikkelde om snel duizenden documenten door te nemen en te analyseren. En gaf er advies aan Amerikaanse kleppers als Homeland Security, Hyundai en NASA.

“Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik niet in Peking ben gebleven - je hoort vaak dat niet langer San Francisco, maar China koploper is van technologische vooruitgang”, klinkt het. “Maar als het over artificiële intelligentie gaat, dan geldt de kanttekening dat China weinig business-to-business applicaties kent. De technologie wordt daar vooral in het gezicht geduwd van de burger: die kan aan de bankautomaat geld afhalen via gezichtsherkenning. Bovendien gebruikt de regering de technologie om alles te weten te komen over de burger. In een communistisch regime is dat toch geen sinecure, en ik vind ook niet dat we zulke toepassingen van artificiële intelligentie op grote schaal moeten inzetten. In de Verenigde Staten lijkt het in elk geval een pak minder scary en invasief te zijn: vooral op niveau van business-to-business wordt AI ingezet.”

Human in the loop + robotic automation = de heilige graal van AI

Recent besloot Beke om aan de slag te gaan bij Tonkean, een start-up die zich toelegt op een nieuwe vorm van Robotic Process Automation (RPA) voor bedrijven. Volgens de Brusselaar is dat een van de belangrijkste ontwikkelingen binnen artificiële intelligentie.

“RPA is een slimme manier om digitale processen te automatiseren volgens de interface van bestaande toepassingen”, knikt Beke. “Dat gebeurt volledig softwarematig, dus komen er geen fysieke robots bij kijken. Aangezien Robotic Process Automation vooral door de mens is geprogrammeerd en er geen sprake is van zelflerende computersystemen, vinden veel mensen dat deze toepassing niet kadert binnen artificiële intelligentie. De vorm van procesautomatisatie die bij ons wordt toegepast, focust zich wel op het zelflerende aspect van processen. De bots zijn intelligent genoeg om op gepaste tijden mensen mee te betrekken in de automatisatie en gebruikt daarbovenop machine learning om ervoor zorgt dat processen verbeteren naarmate er meer gebruik van wordt gemaakt.”

Mens en machine móeten samenwerken, of de vele voordelen van artificiële intelligentie worden nooit erkend

Deze doorgedreven vorm van RPA is wat we volgens Beke ‘human-in-the-loop’ noemen. Op zich geen nieuw fenomeen, al kent het wel een heropleving naarmate Robot Process Automation meer wordt gebruikt door de bedrijfswereld. “Volgens het human-in-the-loop model worden mensen op cruciale punten in het automatiseringsalgoritme geplaatst”, stelt Beke. “Denk aan supply chain management simulators, of simpelweg de webpagina-indexering van Google. Door data en machine learning systemen te verrijken met menselijke input, krijg je vaak een accuratere uitkomst dan door enkel een beroep te doen op machine learning zonder menselijke tussenkomst. Mens en machine móeten samenwerken, of de vele voordelen van artificiële intelligentie worden nooit erkend.”

Waarom en hoe artificiële intelligentie géén bedreiging is

In die optiek hoeft onze maatschappij helemaal niet te vrezen dat we collectief worden vervangen door robots. Toch staat het als een paal boven water dat een aanzienlijk deel van onze bevolking zijn job zal verliezen.

“Ja, robots kunnen werkloosheid creëren, maar ze kunnen mensen ook aanmoedigen om interessanter werk te verrichten”, nuanceert Beke. “Het enige doemscenario van artificiële intelligentie is dat we onze grip erop verliezen. Dus geloof ik dat de overheid daarin moet sturen. Wanneer mensen hun job verliezen, moeten ze een waardig alternatief krijgen. Laat de bevolking een robottaks betalen, en zorg ervoor dat het geld gebruikt wordt om mensen de nodige vaardigheden te laten verwerven. Vaardigheden die wél complementair zijn met AI. Op die manier kan je een win-winsituatie creëren: bedrijven winnen aan efficiëntie door artificiële intelligentie te gebruiken voor efficiëntiewinst, terwijl de werkloosheid beperkt blijft.”

Naar eigen zeggen heeft Jan Beke het knap lastig met negatieve uitlatingen over artificiële intelligentie, wat vooral in België het geval is. “Dat maakt dat de adoptie op grote schaal op zich laat wachten”, vindt hij. “Mensen laten zich misleiden door berichtgevingen over zelfrijdende voertuigen die een mens hebben aangereden. Want vergis je niet: wanneer een artificieel intelligente toepassing voor onheil zorgt, komt het vooral doordat de menselijke sturing of toevoeging ervan - al dan niet bewust - gebrekkig zijn. Mits menselijke ondersteuning hebben autonome voertuigen de kracht om mobiliteit drastisch te veranderen, en het aantal ongevallen terug te dringen.”

“En ja, er zullen altijd mensen zijn die slechte intenties hebben en daarvoor AI aanwenden. Maar gaan we daarom echt onverschillig blijven, terwijl deze technologie net zo’n enorme vooruitgang voor onze samenleving kan betekenen?”