Eind deze maand lanceert hogeschool UC Leuven-Limburg (UCLL) op haar campus in Diepenbeek de Female Founders Academy, een acceleratorprogramma dat zich exclusief op vrouwelijke ondernemers richt. Onder de spreeksters vinden we alvast enkele klinkende namen terug. Zo komen onder andere Aline Muylaert (Citizenlab), Nathalie De Ceulaer (Qristalfin), Leslie Cottenjé (Hello Customer) en Bieke van Gorp (Fibricheck) er hun expertise delen. “Het was voor mij belangrijk dat échte ondernemers kwamen spreken en geen consultants”, vertelt bezielster Véronique Bockstal. Waarom zo’n programma voor vrouwen nodig is en met welke issues onderneemsters vandaag nog altijd kampen? Bockstal doet het allemaal uit de doeken.

Binnen het vrouwelijke ondernemerslandschap is Véronique Bockstal alvast geen onbekende. Ze ijvert al langer voor meer (succesvol) vrouwelijk ondernemerschap en kent dus als geen ander de valkuilen waarmee vrouwelijke ondernemers te pas en onpas te maken krijgen - hoewel ondernemen volgens haar eigen woorden ‘geen gender kent’. “Is een dergelijk initiatief vandaag nog nodig, krijg ik vaak te horen. Het klopt dat ondernemen geen geslacht kent. Business logica is voor iedereen hetzelfde. Toch starten vrouwelijke ondernemers nog te vaak met een achterstand”, weet Bockstal me te vertellen.

“Een aantal jaar terug richtte ik samen met een vrouwelijke co-founder een bedrijf rond voeding op. We waren first time entrepreneurs en kwamen terecht in incubatoren zoals Start it @KBC en Netwerk Ondernemen. Daar zag ik al snel een verschil tussen mannen en vrouwen”, blikt Bockstal terug. “Mannelijke ondernemers liepen met de rug recht en schouders achteruit, terwijl vrouwen bij wijze van spreken rond liepen met hun hoofd naar de grond gericht. Terwijl die dames evenveel passie en ambitie voor hun bedrijf hadden als hun mannelijke tegenhangers.”

Door al die window dressing, durven vrouwen minder makkelijk vertellen waar zij tegenaan lopen. Ik trapte daar zelf ook in

Vaak heeft dat te maken met het feit dat vrouwen zich minder gemakkelijk op de borst kloppen. Bij de meeste mannen liep het - zogezegd - fantastisch goed: ze waren druk bezig met aanwerven, fundraisen, contracten of klanten binnenhalen. Maar als je doorpraat met die ondernemers, dan zie je dat zij ook moeilijkheden kennen. Want een bedrijf uitbouwen, dat gaat niet vanzelf, bij niemand. In de meeste gevallen is dat bloed, zweet en tranen. Maar door al die window dressing, durven vrouwen minder makkelijk vertellen waar zij tegenaan lopen. Ik trapte daar zelf ook in.”

Uit die dead zone

Wat Bockstal toen observeerde, liet haar niet meer los. “Toen wij drie jaar later onze start-up verkochten, wou ik nu wel eens weten of dat fenomeen dat ik had ervaren iets typisch Vlaams was. Of speelde dat ook in andere landen? Ik ging op onderzoek en kwam al snel te weten dat die problematiek zich eigenlijk overal afspeelt. Het is niet eigen aan Vlaamse onderneemsters, wel aan doorsnee vrouwelijke ondernemers tout court.”

“Toen ik ontdekte dat er in het buitenland incubatoren en acceleratoren exclusief voor vrouwelijke ondernemers ontstonden, overwoog ik datzelfde ook in België op te starten. UCLL, waar ik gastdocent ben, kreeg weet van het feit dat ik daarmee bezig was. Ze wilden zelf al langer iets doen voor vrouwelijke ondernemers, dus kreeg ik de kans om dat onder hun dak te gaan ontwikkelen. Op anderhalve maand tijd zat de Female Founders Academy in elkaar, hebben we het gelanceerd en konden we beginnen met het rekruteren van deelneemsters. Dat lijkt snel, maar voor mij was het een braindump van twee jaar onderzoek en voorbereiding.”

Ik mik inderdaad op vrouwen die met hun bedrijf tussen de 100.000 en 300.000 euro omzet vast zijn komen te zitten

Anders dan vaak wordt aangenomen, richt het programma zich niet exclusief op start-ups. Onder de huidige deelneemsters vinden we een divers publiek aan type bedrijven en onderneemsters terug. Van productiebedrijven in meubilair of voeding tot dienstenbedrijven in marketing, HR, aankoopbeleid, productieprocesoptimalisatie, wellness, enzovoort. Sommigen zijn al jarenlang bezig, anderen hebben minder dan vijf jaar ervaring op de teller. Toch hebben ze drie dingen gemeen: ze bevinden zich allemaal in de zogenaamde dead zone, hebben een schaalbare business en ze willen groeien.

“Ik mik inderdaad op vrouwen die met hun bedrijf tussen de 100.000 en 300.000 euro omzet vast zijn komen te zitten. Pas op, daar is niks mis mee. Maar de ambitie is er bij de meeste onderneemsters wel om te groeien en hun business los te koppelen van zichzelf als founder. Het programma reikt handvaten aan om naar een volgende fase te gaan.”

Om uit die dead zone te geraken, heb je, naast een visie, de juiste mensen en voldoende financiële zuurstof nodig. Maar vrouwen zijn vaker single founder, hebben vaker geen medewerkers en halen minder snel geld op dan mannelijke of gemengde teams. Dan vertrek je sowieso al met een achterstand”, vertelt Bockstal. “Geld ophalen is voor vrouwelijke founders vandaag nog altijd minder evident. Ze gaan nergens of te laat aankloppen voor externe funding of ze blijven vaker voor een gesloten deur staan bij investeerderspanels, omdat die nog altijd te mannelijk en te weinig divers zijn. Daardoor kunnen ze zich minder gemakkelijk verplaatsen in het verhaal van een vrouwelijke ondernemer. Als jij een product of dienst op de markt brengt die gericht is op vrouwen, en je moet dat aan een mannelijk panel verkopen: da’s helemaal niet evident. Ze ondervinden zelf de pijn niet die jij wil oplossen, en dus zien ze er minder snel brood in.”

Concrete stappen zetten

Wie verwacht dat de vrouwelijke deelnemers alleen maar tweewekelijks naar UCLL moeten tuffen om daar braafjes te luisteren naar de spreeksters, heeft het mis. Bockstal dacht grondig na hoe de onderneemsters na de opleiding daadwerkelijk groei gerealiseerd kunnen krijgen. “Eigenlijk gaat het over elke week drie uur lang kritisch naar je bedrijf kijken. We behandelen de klassieke ’hefbomen die je nodig hebt om te groeien. Wat wij behandelen, ga je in elke acceleratorprogramma terugvinden. Het scale-upprogramma van Vlerick met Robin Geers bijvoorbeeld, gaat over dezelfde thema’s, want die zijn voor iedereen hetzelfde. Maar hoe we die gaan invullen, daar proberen we het verschil te maken.”

“In de fase waarin de deelneemsters zitten met hun bedrijf, zit je meestal in een ongestructureerde, vaak zelfs nog chaotische periode. Je bent nog teveel manusje van alles. De focus zit nog niet goed. Dat achter je laten, doe je door te evolueren van een founder met een idee, dat vorm heeft gekregen in een product of dienst, naar de leider van een bedrijf, door jezelf te ontslaan als Jill of Jack of all trades, door je gericht te omringen buiten en binnen je bedrijf, door stilaan structuur en systemen aan te brengen en vooral door stap voor stap kleine gewoontes te veranderen”, schetst Bockstal.

Schrijf het maar op je spiegel

“Onze eerste sessie bijvoorbeeld, die gaat over delegeren. Alleen door dat goed te doen, kan je bezig zijn met de zaken die alleen jij kan en zou moeten doen en die je bedrijf vooruit helpen. Maar ik zie in de praktijk dat dat bij veel onderneemsters niet vlot lukt. Als je Chief Everything Officer blijft, ga je vooral ín je bedrijf werken, en niet áán je bedrijf. Zelf heb ik dat ook ervaren in mijn bedrijf: ‘Ik ga het wel rap zelf doen’. Wij zaten in die dead zone, en zijn er nooit uitgeraakt. We hebben op dat moment ook verkocht. Ik ben er dus niet in geslaagd, maar enkele van onze spreeksters wél. Dames die meer dan één miljoen euro hebben opgehaald, komen vertellen hoe ze dat hebben gedaan en vooral wat uit die ervaring hebben geleerd.”

“Ik heb al tegen elke deelneemster gezegd dat ze op hun badkamerspiegel ‘één miljoen euro’ moeten schrijven. Dan moeten ze lachen, maar geloof mij: elke ochtend en elke avond, doemen die concrete stappen die je zelf hebt neergepend op. Je hebt die belofte aan jezelf gemaakt, maak ze nu ook maar waar. En laat dat zinnetje maar staan tot je daar bent. Mijn doelen staan ook op mijn spiegel. Alleen snapt mijn dochter niet zo goed waarom mams nu op de spiegel mag schrijven en zij niet (lacht).”

De Female Founders Academy ondergaat straks haar vuurdoop. Blijkt het programma succesvol te zijn, dan zal de hogeschool de opleiding uitrollen naar meerdere van haar campussen. Voor Bockstal is er maar één graadmeter van tel: “Voor mij zal het programma geslaagd zijn als de deelneemsters na die vier maanden enkele concrete stappen hebben gezet en het gevoel krijgen dat ze op een nieuw groeipad zitten. Als we daarin slagen, ben ik de gelukkigste vrouw ter wereld.”