In Europa worden jaarlijks maar liefst negen miljard mensen met de tram vervoerd. Zeer logisch, gezien de talloze voordelen. In een stad is het de snelste vervoersoptie, je vermijdt parkeerproblemen en je kiest bovendien voor een transportmiddel dat een pak ecologischer is. Maar er is ook één groot nadeel. “De veiligheid is absoluut niet optimaal”, benadrukt Sam De Smet. Samen met Niels Van Damme besloot hij om dit probleem aan te pakken. Zo stampten de twee Gentenaars deze zomer hun start-up OTIV uit de grond, waarmee ze trams veiliger willen maken door deze autonoom te laten rijden.

Het risico op een dodelijk ongeval in een stedelijke omgeving ligt 30 keer hoger bij trams dan bij auto’s. “Hoog tijd om daar iets aan te doen”, vindt het ambitieuze ondernemersduo. “Een tram is groot, log en zwaar. Bovendien bevindt hij zich in een omgeving waar ook veel voetgangers, fietsers en auto’s aanwezig zijn. De chauffeur moet met andere woorden op ontzettend veel dingen tegelijk letten en ons doel is om hem daarin te ondersteunen”, verklaart De Smet.

Oplossing voor stedelijk mobiliteitsprobleem

Niels Van Damme volgt de vele studies rond zelfrijdende auto's al geruime tijd op de voet. Tijdens zijn verblijf in Silicon Valley als Technology Counselor voor Belgische start-ups kon hij met eigen ogen vaststellen hoe verschillende bedrijven auto’s nu al volledig autonoom kunnen laten rijden. “Hier in Europa zo’n bedrijf starten zou dus niet zo verstandig zijn. Dat wordt het David tegen Goliat”, zegt Van Damme.

Toch zag hij potentieel in het automatiseren van voertuigen. “Toen ik begon na te denken over wat Europa nu juist onderscheidt van Amerika, was mijn conclusie dat wij nog enorm veel steden hebben waar de tram dwars door het centrum rijdt. Zo kwam ik op het idee om ook trams zelfstandig te laten rijden. Doordat ik in Silicon Valley meteen de juiste personen ontmoette die me in België verder konden helpen, kwam de opstart van dit project in een stroomversnelling.”

De twee ondernemers zijn er rotsvast van overtuigd dat zelfrijdende trams een belangrijk deel van de oplossing zijn voor het mobiliteitsprobleem waar alle (groot)steden mee te maken hebben. “Autonome wagens bieden in de binnenstad geen oplossing voor de huidige problematiek, aangezien parkeerproblemen en slechte mobiliteit nog steeds realiteit zullen zijn. De enige oplossing is veilig en efficiënt openbaar vervoer”, duidt De Smet.”

Als we ook het veiligheidsniveau opkrikken, kunnen we de tram upgraden tot een volwaardige oplossing voor onze stedelijke mobiliteit

En daarin speelt de tram uiteraard een belangrijke rol. “Trams zijn een fantastische uitvinding. Je kan er veel mensen mee vervoeren, ze zijn robuust en hebben een lange levensduur. Als we ook het veiligheidsniveau opkrikken, kunnen we de tram upgraden tot een volwaardige oplossing voor onze stedelijke mobiliteit. Zowel in het Vlaams en Brussels regeerakkoord zijn ook heel wat investeringen in tramverkeer terug te vinden, zoals een nieuwe tramlijn in Gent. Er bestaat dus zeker een markt voor ons project.”

Stap voor stap

Dat de vereiste technologie in het verlengde ligt van deze van autonome auto’s is zonder meer een voordeel. “De grote principes zijn hetzelfde, namelijk de omgeving percipiëren en op basis daarvan een beslissing maken om te accelereren of te vertragen”, legt De Smet uit. Zelfrijdende trams zijn echter nog niet voor meteen. “In eerste instantie dient onze oplossing om de tramchauffeurs te ondersteunen en op die manier de veiligheid te verhogen. In een tweede fase voegen we extra features toe, waardoor volledig autonoom rijden mogelijk wordt.”

Toch hebben de twee Gentenaars nu al een duidelijk zicht op hun plan van aanpak. “Op de huidige tramvoertuigen brengen we tal van zaken aan zoals sensoren, camera’s, radars en ultrasonen. Dit heeft een grote impact op wat de chauffeur kan zien en met behulp van artificiële intelligentie krijgt hij of zij bovendien assistentie. Daarnaast hebben we ook onze eigen software die de besturing in meerdere of mindere mate kan overnemen”, verduidelijkt De Smet.

Uiteraard zit er een zeer groot verschil tussen een assisterende veiligheidsoplossing en het uitrollen van een volledig autonome oplossing. “Daartussen zit nog een lang proces van testen, validatie van de technologie en finetuning.”

Zelfrijdende trams moeten we volgens beide heren het komende jaar dus nog niet verwachten. “Het veiligheidssysteem daarentegen brengen we wel al op korte termijn op de markt. Dat is nodig om samen met partners de volgende stappen te zetten en om het grote publiek rustig te laten wennen aan het idee dat de besturing van trams volledig overgenomen zal worden door computers. Bovendien is er ook tijd nodig om alles gefinancierd te krijgen. Uiteraard zijn er een aantal subsidiemogelijkheden, maar een belangrijk deel moeten we ook halen uit extern kapitaal”, weet De Smet.

Geen Vlaams, maar Europees verhaal

Dat de veiligheid van het tramverkeer ook veel anderen bezighoudt, is meer dan duidelijk. “Onlangs lanceerde MIVB een nieuwe campagne. ‘Ook al hoor je de tram niet, zorg dat je hem ziet.’ Hét bewijs dat er een blijvende focus is op veiligheid. Mits de juiste technologie kunnen we hier nog een stap verder in gaan”, bemerkt Van Damme.

De overheid springt dus ongetwijfeld mee op de kar, maar ook ondernemers en investeerders zijn erg geboeid door het idee van de twee start-up ondernemers. “We spreken hier niet over een Gents of Vlaams verhaal. Dit probleem geldt voor heel Europa, wat maakt dat onze oplossing erg schaalbaar en dus zeer interessant is. We maken er geen geheim van dat het onze ambitie is om een grote speler te worden op de Europese markt.”

We spreken hier niet over een Gents of Vlaams verhaal. Dit probleem geldt voor heel Europa, wat maakt dat onze oplossing erg schaalbaar en dus zeer interessant is

Hoewel ze zelf maar al te goed beseffen wat de mogelijkheden van deze oplossing zijn, kwam de hulp en steun die ze kregen vaak erg onverwacht. “Wat ons het meest van al verbaasde, was hoe snel er eigenlijk deuren opengaan”, vertelt De Smet. “Het afgelopen half jaar was voor ons een enorm leerproces, vooral wat het verwoorden van onze probleemstelling en oplossing betreft. Maar eenmaal je dat verhaal hebt, zijn heel wat mensen bereid om met je te praten en je te helpen. Dat hadden we niet verwacht. Niet bang zijn om anderen aan te spreken is dus een les die we ook tijdens het verdere parcours van ons project goed in het achterhoofd zullen moeten houden.”