Ondernemers opereren vandaag onder een goed gesternte. Banken stellen zich gewillig op om mee te denken over de financiering van hun projecten. Incubatoren en acceleratoren scheppen de beste omgeving voor start-ups en scale-ups om hun ideeën te ontwikkelen. De overheid blinkt uit in initiatieven die ondernemers op de juiste vlucht moeten zetten. Wie toch een ‘nee’ krijgt, grijpt best niet te snel naar de parachute, maar kan gebruik maken van een groot aanbod aan alternatieve financieringsinstrumenten, weet Filip Lacquet, groepsmanager bedrijfsfinanciering bij Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV).

Ondernemen was niet altijd hip. Wie het in vroegere jaren aandurfde om een onderneming op te starten, werd wel eens roekeloos geacht. Of op zijn minst ten einde raad. Ondernemers die in een faling terecht kwamen, stonden voor de lange weg om zichzelf en hun familie weer vrij te maken van smet. “Ik heb ooit een ondernemer tijdens een presentatie horen vertellen over het moment waarop hij zijn moeder ging vertellen dat hij een bedrijf wou starten”, vertelt Lacquet geamuseerd. “Zij kon niets anders uitbrengen dan: ‘Maar je was toch een goede student?’”

The times they are a-changin’

Al zijn we nog niet in Amerika, waar ondernemen en failing forward de normaalste zaak van de wereld is, toch is er in de ondernemersmentaliteit wel wat veranderd, merkt PMV. Deze investeringsmaatschappij voor de Vlaamse overheid helpt bedrijven op weg om hun project financieel te realiseren. Filip Lacquet is onder andere binnen de tak PMV/z – de ‘z’ staat voor zelfstandige ondernemer – verantwoordelijk voor de financiering van starters en groeibedrijven met gestandaardiseerde lening- en waarborgproducten, voor kleinere bedragen, en dit in zo goed als alle sectoren.

Wat wel zeker is: alles start met een goed plan

“Onze pitch? Een beloftevol project moet alle kansen krijgen. Begrijp me niet verkeerd, dat betekent niet dat wij alle aanvragen zomaar goedkeuren. Zo krijgt iets meer dan de helft van de dossiers bij PMV/z-Leningen een positief advies. Het voornaamste criterium is dat wij in het team en het project geloven. Daarvoor moet een dossier beantwoorden aan een paar basisvereisten. De drie pijlers van succesvol ondernemerschap? Een sterk businessplan, een toegewijd team en voldoende financiële buffer.”

Geen onderneming zonder plan

Het ontbreken van de beruchte glazen bol: dat excuus gebruiken beginnende ondernemers wel eens om het uitwerken van een businessplan nog even opzij te schuiven. In alle opzichten een dooddoener, weet Lacquet. “Want niemand heeft die bol in zijn kast liggen. Wat wel zeker is: alles start met een goed plan. Iedere ondernemer zou zich voor aanvang van zijn project heel concreet de vraag moeten stellen: hoe ga ik dat hier nu voor elkaar brengen? Wat ga ik verkopen en aan wie? Welke prijs ga ik vragen? Hoe ga ik naar de markt? Hoe krijg ik het operationeel allemaal rond? Hoeveel personeel heb ik nodig en wat gaat mij dat kosten? Een bijzonder interessante oefening is dat. En beslissend voor het welslagen van een project.”

De vragen die ondernemers vergeten te stellen in hun prille enthousiasme over hun project? Lacquet haalt er zo een paar van uit zijn vestzak. “Nog iets wat vaak vergeten wordt: werkkapitaal. Veel ondernemers moeten een voorraad voorfinancieren. Daar hebben ze budget voor nodig. Dat calculeren ze niet altijd in. Een ander breekpunt: hoe snel gaan mijn klanten mij betalen en op welke termijn moet ik mijn leveranciers betalen? Heel pertinente vragen die je helpen om stap voor stap te berekenen hoeveel geld je nodig hebt voor een investeringsproject. Dat bedrag wordt dikwijls onderschat. Maar het is wel datgene waar financierders rekening mee houden: hoe sterk staat deze ondernemer in zijn schoenen? Hoe realistisch is het dat hij of zij ons zal kunnen terugbetalen?”

Kunde en commitment in het team

Een businessplan dat tot twee decimalen na de komma wordt opgevolgd, bestaat in geen enkele werkelijkheid. “Je moet de dingen aanpakken en bijsturen en cours de route. Dat is eigen aan ondernemen. Een degelijk plan geeft je daarbij een houvast: waar wijk ik af en waarom, op welke manier ga ik bepaalde zaken aanpassen. Een goede raad? Laat je omringen door een sterk team, dat de flexibiliteit heeft om de koers snel en slim te wijzigen”, aldus Lacquet.

Een ervaren, onderlegd team ziet meer oplossingen en uitwijkmogelijkheden als er een hindernis op de weg komt. Minstens even belangrijk is het engagement van de ondernemers zelf. “Commitment, daar valt of staat een project mee. Ondernemers moeten hun nek durven uitsteken. Een worst case scenario voor ons bij PMV is een ondernemer die zegt: ‘Goh, het was een tof idee, maar ik heb een ander aanbod gekregen, dus ik stop ermee.’ Dan staan wij daar mooi met onze lening. Zo’n risico wil je als financierder niet nemen.”

Paraplu bij de hand voor als de regen komt

Een onderneming die snel groeit, loopt kans zichzelf voorbij te spurten. Zeker bij innovatieve projecten is het cruciaal om voldoende buffer te voorzien. “De kostprijs van een bankfinanciering is in België erg laag. Soms financieren ondernemers zich bancair tot het water hen aan de lippen staat. Als er dan iets tegenslaat, hebben ze te weinig buffer om zich te kunnen redden. We zien dat helaas wel eens gebeuren bij IT-start-ups. Het naar de markt brengen van nieuwe software is bijvoorbeeld iets wat veel tijd vraagt. Dergelijke bedrijfjes hebben al heel wat kosten gemaakt en raken op een gegeven moment out of cash. Dan heb je partijen nodig die extra geld in het project willen steken. Zijn die er niet, dan kan een goed draaiend bedrijf in de problemen komen of zelfs failliet gaan. Dat is natuurlijk doodjammer.”

Je moet de dingen aanpakken en bijsturen en cours de route

Aandeelhouders die het project ondersteunen moeten bereid zijn om – als het plan niet helemaal loopt zoals gedacht – bijkomend te investeren. “Het is altijd een positief element om een aantal kapitaalkrachtige aandeelhouders in het consortium te hebben. Niet alleen voor als het mis dreigt te gaan, maar ook voor als er zich plots een mooie opportuniteit aanbiedt. Komt er bijvoorbeeld een interessante overname op je pad, dan moet je snel kunnen schakelen”, aldus Lacquet.

Complementaire financieringsinstrumenten

Wat doet een Belgische ondernemer als hij geld nodig heeft? Hij loopt naar de bank. Meer dan negentig procent van alle corporate loans in België zijn gefinancierd door de bank. In de rest van Europa is dat zeventig procent, in Amerika slechts een twintig à dertig procent. “De eerste financiële vraag die ondernemers in Vlaanderen zich stellen is: wat zegt mijn bank? Zegt de bank nee, dan haken veel ondernemers af.”

Niet nodig, vindt de financieel manager. “Er zijn nog heel wat andere mogelijkheden en instrumenten om je project toch te verwezenlijken. Bij PMV kan je bijvoorbeeld een achtergestelde lening aangaan, equity ophalen, een waarborg aanvragen, leningen verkrijgen met meer flexibiliteit of een langere gratieperiode. Dat is wat we doen, complementaire instrumenten inzetten om een bank of andere investeerders vérder te doen gaan in hun financiering. Vraagt bijvoorbeeld een bank dertig procent eigen inbreng en kan je maar tien procent op tafel leggen? Weet dan dat er andere bronnen zijn om de financiering toch rond te krijgen.”

Veel kleine tot middelgrote ondernemers maken alvast gebruik van deze aanvullende financiële ondersteuning. “Binnen de automatische waarborgregeling van PMV/z behandelen we meer dan 2000 dossiers per jaar. Met onze winwinlening vinken we jaarlijks 2600 dossiers af. Die lening verschaffen we overigens niet zelf: om bijvoorbeeld hun eerste financiering op te halen of om hun zaak uit te breiden doen ondernemers vaak een beroep op de drie F’en: friends, fools en family. Eigenlijk zijn het er nu zelfs vier, er zijn ook de fans bijgekomen, die financieren onder de vorm van crowdfunding. Ondernemers kunnen deze lening registreren via een online tool op www.winwinlening.be. Zij krijgen dan een fiscaal voordeel en een beperkte waarborg. Een heel succesvol initiatief van de overheid is dat.”

Laat je begeleiden

“Maak een degelijk businessplan op, samen met je team”, vat Lacquet zijn adviezen samen in een eerste gouden regel. “Een tweede belangrijke raad is de financiële buffer waarvan ik sprak. Die is nodig om te kunnen springen als de wind gunstig staat of om achter te schuilen bij een storm. En ten derde: een minimaal aandelenkapitaal en maximale bankfinanciering is geen goed huwelijk. Minstens moet je als ondernemer je financieringsbronnen spreiden.”

Als ondernemer hoef je echt niet blind te springen. “Organisaties die je kunnen bijstaan zijn bijvoorbeeld Unizo, Voka en Vlaio, het overheidsagentschap voor de ondernemer. Ook banken kunnen aanbrengers zijn, bijvoorbeeld voor de co-financiering bij PMV/z. Er lopen heel wat ervaren mensen rond die jou als ondernemer kunnen introduceren bij de juiste mensen, die weten welke informatie nodig is en die de juiste vragen stellen. De boutade blijft wel: succesrijk ondernemerschap is vijf procent inspiratie en vijfennegentig procent transpiratie. Het is vooral werken en het gewoon dóen.”