Het universeel basisinkomen zit in de lift, dat hoeven we jou als Bloovi-lezer wellicht niet meer zeggen. Het concept werd al in de 16e eeuw bedacht door de filosoof Thomas More. Vandaag lijkt het - mede door de opkomst van automatisering - elke dag meer momentum te winnen. Opvallend: de term duikt zelfs op aan beide kanten van het politieke spectrum. Dé vraag die steeds meer mensen bezighoudt: is zo’n universeel basisinkomen eigenlijk realistisch en hebben we dat  écht nodig? Bloovi-redacteur Thomas Van den Elzen sprak met economiefilosoof Rogier De Langhe van de UGent & Edward Roosens, hoofdeconoom bij het Verbond van Belgische Ondernemingen over de zin en onzin van een basisinkomen.

Dé oplossing voor het automatiseringsprobleem?

Als je sceptici moet geloven, is het universeel basisinkomen een leuk idee, maar tegelijk totaal onrealistisch. Daarboven vragen steeds meer mensen zich af of zo’n basisinkomen überhaupt nodig is. Nochtans zien een pak denkers, economen, ondernemers en visionairs het als een must. Zij denken dat onze maatschappij in een sneltempo afstevent op extreem snelle veranderingen die ons leven drastisch door elkaar schudden. Als een herdefiniëring van werk zich opdringt en we onze levensstandaard willen behouden, wordt zo’n basisinkomen volgens hen onmisbaar.

“Als je sceptici moet geloven, is het universeel basisinkomen een leuk idee maar tegelijk totaal onrealistisch”
 

Ook uit academische hoek geloven wetenschappers dat we afstevenen op grote maatschappelijke, economische en technologische veranderingen. Volgens een vaak geciteerd onderzoek van Carl Benedikt Frey & Michael A. Osborne blijkt dat 47% van de banen in de VS, 54% in Europa en tot 70% in andere delen van de wereld in de komende 10 tot 15 jaar worden geautomatiseerd. Ook Deloitte waarschuwde onlangs voor het feit dat er wereldwijd miljoenen banen op de tocht staan door de aanstormende tsunami van automatisering die binnenkort over onze maatschappij walst.

“47% van de banen in de VS, 54% in Europa en tot 70% in andere delen van de wereld zal in de komende 10 tot 15 jaar worden geautomatiseerd”
 

Volgens die doemberichten lijkt het dus logisch dat steeds meer mensen zoeken naar een oplossing en dus al vaak bij het basisinkomen aankomen als dé oplossing van het automatiseringsprobleem. Opvallend: ook prominente ondernemers zoals Bill Gates en Elon Musk geloven in het concept en zien het zelfs als een onafwendbare evolutie.

Zelfs dichter bij huis zijn er vurige believers te vinden. Drie jaar geleden zorgde de Nederlandse filosoof Rutger Bregman eigenhandig voor een vernieuwde hype rond het basisinkomen met de lancering van het boek ‘Gratis geld voor iedereen’. In eigen land schreef Open VLD-politica Nele Lijnen er een boek over. Ze stelde dat 6 op de 10 Belgen voor het concept gewonnen is. De meest fervente verdediger van het basisinkomen is ongetwijfeld de Belgische econoom/filosoof Philippe Van Parijs. Hij promoot al decennialang het basisinkomen.

“Ik ben ervan overtuigd dat het basisinkomen er komt. Het is alleen een kwestie van tijd” - Rutger Bregman


Volgens denkers zoals Bregman en Van Parijs is het basisinkomen een manier om werken opnieuw te waarderen en makkelijker je weg te vinden in het leven zonder terug te hoeven vallen op de sociale zekerheid. Een herdefiniëring van werk dus.

De sociale zekerheid is eigenlijk een erg vernederend systeem waar je veel van je vrijheid mee verliest. Een basisinkomen geeft iedereen de vrijheid om zelf te kiezen hoe ze iets willen bijdragen aan hun land, wat ze van hun leven willen maken, om hun dromen te realiseren.

Dat het iedereen eindelijk echt reële vrijheid zou geven, is verreweg het belangrijkste argument voor een basisinkomen,” legde Bregman uit in een interview met Bloovi begin dit jaar. “Dat het er komt ben ik van overtuigd,” vertelde hij ons toen. “Het is alleen een kwestie van tijd. Ooit was het ook ondenkbaar dat vrouwen gelijke rechten zouden krijgen. Vandaag is het de normaalste zaak van de wereld.”

Niet iedereen ziet basisinkomen als dé oplossing:

Het basisinkomen heeft dus voor- en tegenstanders. Dé vraag die alsmaar meer mensen zich stellen: is zo’n basisinkomen eigenlijk écht nodig?

“Eigenlijk snap ik totaal niet waarom zo’n basisinkomen überhaupt nodig zou zijn” - Edward Roosens
 

Om een antwoord te kunnen geven op deze vragen sprak ik met economiefilosoof Rogier De Langhe van de UGent en Edward Roosens, hoofdeconoom bij het Verbond van Belgische ondernemingen. Ik polste naar hun visie op het basisinkomen en vroeg hen wat zij denken over de “tsunami van automatisering” die op ons afstormt.

foto: Edward Roosens, hoofdeconoom Verbond van Belgische ondernemingen

Eigenlijk snap ik totaal niet waarom zo’n basisinkomen überhaupt nodig zou zijn,” steekt Edward Roosens van wal. “Pas op, dat wil niet zeggen dat ik oogkleppen op heb hé. Ik zie ook dat er grote veranderingen op ons afkomen, maar ik denk niet dat deze écht anders zijn dan wat we de voorbije 200 jaar hebben meegemaakt. Sinds de industriële revolutie wordt bij elke grote technologische vooruitgang gevreesd voor massaal banenverlies. En het enige dat we telkens opnieuw hebben gezien, is dat er veel meer nieuwe jobs zijn bijgekomen dan dat er jobs verloren zijn gegaan.”

“In de voorbije 200 jaar werd geregeld gevreesd voor massaal banenverlies door technologische innovatie. Echt nieuw is dit dus niet.”  - Edward Roosens


“Je kan er de krantenkoppen van de jaren 30 op nalezen. Ook toen werd gevreesd voor massaal banenverlies door gigantisch snelle technologische innovaties. In de realiteit gingen er ook jobs verloren, maar werknemers herschoolden zich en op termijn boekte iedereen vooruitgang. Fikse productiviteitswinsten waren vroeger en nu altijd al het basisprincipe van economische groei,” legt Edward gepassioneerd uit. “Vandaag is dat niet anders.”

foto: Industrial Worker (August 2, 1930)

Ik vind het heel vreemd dat bepaalde mensen nu lijken te zeggen: ‘Weet je wat, technologische ontwikkeling zal op termijn toch alles beter doen’ en daarom collectief beslissen om de handdoek in de ring te gooien door te pleiten voor een basisinkomen als een soort van zoethoudertje voor mensen die geen zinvolle betaalde arbeid meer zouden kunnen vinden. Niets is minder waar. Er zullen meer jobs bijkomen dan er verloren zullen gaan."

"Maar er komt dus wel een belangrijke transitie aan. Het is dan ook cruciaal dat er prikkels zijn voor mensen om zich bij te scholen en te herscholen om die nieuwe jobs te kunnen invullen (zie het Skills Plan van Justin Trudeau in Canada). Met een basisinkomen snijd je alleen maar prikkels weg. De invoering van het basisinkomen zie ik dus niet als een oplossing, maar integendeel als iets dat de noodzakelijke transitie zou afremmen of in de weg staan,” besluit de VBO-topman.

“Als we iedereen in België boven de 18 jaar een basisinkomen geven van 800 euro per maand zadelen we onszelf op met een put van 31 miljard euro per jaar. En dan zijn we nog optimistisch geweest.”  - Edward Roosens
 

Roosens noemt het basisinkomen overigens compleet onbetaalbaar. “Stel dat we iedereen in België een basisinkomen geven van 800 euro per maand. Dan kan je heel makkelijk uitrekenen hoeveel zo’n oefening ons zou kosten,” legt de VBO-econoom uit. “Volgens onze berekeningen zitten we dan met een put van 31 miljard euro op jaarbasis en dat is nog een optimistische telling.”

“Mensen hebben de laatste 200 jaar telkens gebruik gemaakt van nieuwe technologieën om hun betaalde arbeid anders en beter in te vullen. Dat zal ook nu weer gebeuren. Dit is geen bedreiging, maar een kans.” - Edward Roosens
 

Is het basisinkomen slechts een onderdeel van een veel grotere (r)evolutie?

Rogier De Langhe (bron: Martijn Arets)

Dat het basisinkomen eenzijdig invoeren een slecht idee is, vindt ook economiefilosoof Rogier De Langhe van de Universiteit Gent. “Eigenlijk moet je het basisinkomen zien als een kers op een veel grotere taart,” vertelt hij me. “Erachter schuilt iets veel groter. Het basisinkomen is slechts een minuscuul onderdeel van een veel grotere revolutie die momenteel volop aan de gang is

“Platformen zoals Uber, Airbnb & Menu Next Door zijn de nieuwe werkgevers van morgen. Het grote probleem: onze economie, wetgeving en sociale zekerheid zijn er niet op afgestemd” - Rogier De Langhe
 

Volgens Rogier zitten we immers volop in de shift van het klassieke industriële tijdperk naar het platform-tijdperk. “Klinkt ingewikkeld hé?,” grinnikt hij. “Maar eigenlijk kent iedereen dat fenomeen intussen al. Platformen zoals Uber zijn immers de nieuwe werkgevers van morgen. Mensen die er werken kiezen zelf hun uren, hoeveel ze er presteren en zijn vragende partij om meerdere platformen te combineren zodat ze kunnen werken wanneer, hoe en aan welk loon ze willen. Het probleem: onze economie, wetgeving en sociale zekerheid zijn er niet op afgestemd. Dat zorgt voor een flinke druk op ons systeem. Wees gerust, vroeg of laat barst de bom. En ik denk dat het eerder snel dan traag zal gebeuren.”

“Dat onze wetten onvoldoende afgestemd zijn op zo’n platformen ben ik het volledig mee eens,” knikt Edward Roosens. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de problemen waar de Brusselse start-up Menu Next Door (een start-up waar je een centje bij kan verdienen door maaltijden aan te bieden via het internet n.v.d.r) mee kampt, dan is dat hallucinant.” Roosens legt uit dat iedereen die voedsel (online) wil verkopen volgens de wet een examen kennis bedrijfsbeheer moet afleggen aan de FOD-economie. “Als ze dat niet doen, kunnen ze via de economische inspectie een fikse boete onder de neus geschoven krijgen. Zulke praktijken zorgen ervoor dat platformen wegjagen uit ons land in plaats van ze net te verwelkomen. Daar moeten we dringend iets aan veranderen.”

Stevenen we af op een nieuwe Industriële Revolutie? Of iets nog veel groter dan dat?

Dat er een revolutie zit aan te komen die plotsklaps duizenden mensen zonder werk zet vindt Edward Roosens een brug te ver. “Er zullen inderdaad duizenden jobs verloren gaan, maar er zullen er, zoals bij vorige periodes van sterke technologische vooruitgang, nog veel meer worden gecreëerd. Ik ben het fundamenteel oneens dat de huidige periode een uitzondering zou vormen tegenover wat er sinds de Industriële Revolutie is gebeurd."

”Het basisinkomen is dus helemaal niet nodig om mensen te ‘helpen’ om het hoofd boven water te houden. Het kan er integendeel voor zorgen dat mensen niet de nodige inspanningen doen om zich te herscholen en bij te scholen en de nieuwe opportuniteiten te grijpen.” - Edward Roosens


Maar volgens de UGent-professor Rogier De Langhe is er wel degelijk meer aan de hand. “Veel mensen beseffen het niet, maar we staan écht aan de rand van een revolutie,” waarschuwt hij. “Het komt erop neer dat het begrip ‘job’ volledig zal verdampen omdat het onderscheid tussen werk, vrije tijd en producent en consument vervaagt. Dat zal grote gevolgen hebben voor onze maatschappij én leven aangezien onze sociale zekerheid en wetgeving net gebaseerd zijn op deze concepten”.

"We stemmen onze levens nog altijd af op het ritme van de machines uit de fabrieken van de Industriële Revolutie. Dat systeem is hopeloos achterhaald en dringend aan vervanging toe" - Rogier De Langhe
 

Volgens De Langhe situeren we ons momenteel op een breukvlak.We stemmen onze levens nog altijd af op het ritme van de machines uit de fabrieken van de Industriële Revolutie. Daarnaast hanteren we nog altijd de piramidale machtsstructuren uit die periode om onze samenleving  te structureren. Dat systeem is hopeloos achterhaald en dringend aan vervanging toe.” Volgens de UGent-professor zal de verticale logica van de industrialisering in een snel tempo worden vervangen door de horizontale logica van de digitalisering. “Netwerken zijn de nieuwe stoommachines van onze tijd,” benadrukt hij.

“Netwerken zijn de nieuwe stoommachines van onze tijd” - Rogier De Langhe


Volgens Rogier komt de shift tussen verticaal en horizontaal neer op het feit dat mensen alsmaar meer de controle willen uitoefenen op hun eigen leven. “Burgers hebben het gevoel dat de staat niet langer in controle is. Daarom voelen ze zich onmachtig en snakken ze naar steeds meer autonomie. Dankzij horizontalisering hopen ze die autonomie terug te vinden,” legt De Langhe uit. “De onmacht komt net door de horizontalisering van de macht. De macht verschuift steeds meer van de verticale organisaties die die controle normaal moesten garanderen (de gemeente, de natiestaat) naar horizontale netwerken tussen die spelers, waar veel minder democratische controle op is (intercommunales, het IMF, Europa, WTO voor handelsakkoorden).

“Er manifesteert zich een steeds groter breukvlak tussen wat politiek belangrijk wordt geacht en wat de burger belangrijk vindt. Het individu wil terug controle nemen over de allocatie van zijn of haar tijd, maar ook de staat wil controle uitoefenen op dat vlak. Dat maakt heel wat mensen ongemakkelijk,” legt Rogier uit. “Het heruitvinden van zulke fundamentele concepten een proces dat decennia kan duren, omdat heel wat mensen er ondertussen een heel leven op hebben gebouwd.”

“Het concept job zal volledig verdampen en dat brengt grote gevolgen met zich mee.” - Rogier De Langhe
 

“Dat is precies waarom je het voorstel om een basisinkomen in te voeren niet zomaar als alleenstaand gegeven mag bekijken,” legt de professor uit. “Het is de kers op de taart van een heel nieuwe maatschappijvisie. Zowel de voorstanders als de tegenstanders van het basisinkomen snappen het niet helemaal. Laat het duidelijk zijn: het basisinkomen is géén vereenvoudiging van de sociale zekerheid.” Volgens Rogier komt alles neer op dezelfde vraag: wie mag beslissen wat wij met onze tijd doen?

Steeds meer mensen willen zelf beslissen over de allocatie van hun tijd. Het is dan ook niet onlogisch dat onze maatschappij in een sneltreinvaart evolueert naar een netwerk- of platformeconomie. Om dit type economie van de grond te krijgen, moet het sociaal contract worden herdacht,” benadrukt Rogier De Langhe.

"Een platformlogica verplicht millennials om snel te switchen van het ene naar het andere platform, waardoor statuten heel vluchtig worden. Dat botst met de klassieke sociale bescherming, die net gebaseerd is op de stabiliteit van die statuten. De hamvraag is hoe sociale bescherming nog mogelijk is in een wereld waarin statuten niet meer duidelijk af te bakenen zijn. Het is dan dat je uitkomt bij oplossingen zoals het basisinkomen, omdat dit een vorm van sociale bescherming is die niet gebaseerd is op rigide statuten."

"Het is totaal irrelevant om op basis van onze huidige arbeidsmarkt, de haalbaarheid van een basisinkomen te berekenen" - Rogier De Langhe


"Het basisinkomen is een oplossing voor een probleem dat zich maar stelt in een gehorizontaliseerde arbeidsmarkt. Daarom is het totaal irrelevant om op basis van onze huidige (nog steeds grotendeels verticale) arbeidsmarkt, de haalbaarheid van een basisinkomen te berekenen, waar het probleem van een fluïde sociale bescherming zich nog niet stelt.

In de VS is het aantal millennials op de werkvloer intussen de grootste groep onder de werkende bevolking. (bron: Pew Research Center)

Dat generatieverschil zie je volgens Rogier ook duidelijk zichtbaar in het politieke klimaat, waar de jeugd totaal anders stemt dan de huidige generatie. “Kijk maar naar de resultaten van de stemmingen rond de Brexit en de Amerikaanse verkiezingen. Eén ding is duidelijk: het stemgedrag van babyboomers en millennials ligt mijlenver uit elkaar.”

“Vooruitgang gaat begrafenis per begrafenis. Het is dus een kwestie van tijd eer de volgende generatie radicale verandering in gang zet. We mogen niet vergeten dat millennials de CEO’s, managers en ministers van morgen worden”

Millennials zijn de CEO’s, managers en ministers van morgen

Intussen is het moment aangebroken dat het aantal millennials op de werkvloer dé grootste generatie is. “De millennials zijn de CEO’s, managers en ministers van morgen,” knikt Rogier peinzend. “Vooruitgang gaat begrafenis per begrafenis. Daarom is het slechts een kwestie van tijd eer de volgende generatie ervoor zorgt dat fundamenteel nieuwe concepten realiteit worden”

Wat kunnen we hier nu uit concluderen?

Volgens Rogier De Langhe is het duidelijk: de nieuwe machthebbende generatie zal technologische ontwikkelingen omarmen, waardoor we onze toekomst radicaal zullen moeten herdenken en het basisinkomen een sleutel kan zijn voor het heruitvinden van een sociale zekerheid in een vloeibare wereld. Edward Roosens gelooft niet in zo’n revolutie, maar denkt dat de veranderingen wat geleidelijker zullen gebeuren en dat mensen zich zullen kunnen aanpassen, zoals dat in het verleden steeds het geval is geweest. Beiden zijn ze het eens dat er dringend aanpassingen moeten gebeuren om de platformeconomie in België van de grond te krijgen.

Wat denk jij eigenlijk? Stevenen we af op radicale verandering? Of herhaalt de geschiedenis zich? We zijn benieuwd naar jouw mening!