Nobelprijswinnaar voor de Economie Paul Krugman schrijft in zijn column The Big Meh voor The New York Times dat het digitale tijdperk fel overroepen is. Content strateeg en web copywriter Mischa Verheijden is het niet met hem eens en legt in dit artikel uit waarom de wereldvermaarde econoom Krugman een econoom van de oude orde is.

“Met zijn kijk op de economie vraagt Krugman zich af wat er mis gaat in plaats van te zien wat er gaande is”

“Iedereen zegt te weten dat we in een tijdperk van ongelooflijk snelle technologische veranderingen leven, waarin alles anders wordt. Maar als iedereen het nu eens bij het verkeerde eind zou hebben”, vraagt Krugman zich in zijn column hardop af.

Dat we het bij het verkeerde eind hebben, baseert Krugman op economische maatstaven: “Nieuwe technologieën hebben tot grote krantenkoppen geleid, maar nauwelijks economisch resultaat opgeleverd.”

Hij voelt zich gesteund door een  groeiend aantal economen dat zich "kijkend naar de gegevens over de productiviteit en de inkomens, afvraagt of al dat gepraat over de technologische revolutie niet enorm overdreven is".

Daarom vindt Krugman dat het tijd is die hype een halt toe te roepen.

Wat als wat de tweede meest invloedrijke econoom ter wereld het niet weet?

Krugman wordt door The Economist als tweede meest invloedrijke econoom ter wereld gezien. In 2008 won de Amerikaanse econoom de Nobelprijs voor de Economie. Hij kreeg die prijs voor zijn analyse over schaalgrootte in internationale handel tussen gelijksoortige landen. Bekend als The New Trade Theory en The New Economic Geopgraphy, waarvoor Krugman in 1979 de basis heeft gelegd.

Ook in 2008, het jaar dat Krugman de Nobelprijs ontving, piekte de bankencrisis. Dat de eveneens Amerikaanse econoom Greg Mankiw betoogde dat de economische groei na die crisis niet zomaar weer zou inzetten, werd door Krugman fel betwist.

Zou het kunnen zijn dat Krugman blind is? Dat hij, hoewel duidelijk zichtbaar, de rol van technologie in een alsmaar rapper tempo veranderende wereld gewoon niet ziet. Of zelfs niet wil zien, omdat wat hij dan ziet niet past bij de economische bril waarmee hij naar de wereld kijkt? Bovendien, een blik die hem juist de status geeft die hij vandaag geniet.

Vanuit zijn gezichtspunt begrijp ik dus da het digitale tijdperk overroepen vindt. Maar rechtvaardigt zijn stellingname dat “de groei en inkomensontwikkelingen nu net zo sloom als in de jaren 70 en 80 zijn” die conclusie?

Ik vind van niet.

Econoom van de oude orde

Zijn column afsluitend stelt Krugman zichzelf de vraag of hij dan niet begrijpt dat alles nu anders is? Zijn antwoord: “Ik begrijp waarom de mensen dat graag zeggen. Maar daarom is het nog niet waar.”

Krugman lijkt niet te zien dat de bankencrisis van 2008 een wake-up call was. Het is een crisis in de letterlijke betekenis van het woord: verandering. Onze economie, maar net zo goed ecologie, onderwijs en tal van andere maatschappelijke terreinen schreeuwen om transitie. We moeten het DNA van onze economie, dat niet meer het DNA van de economie door de ogen van Paul Krugman is, herschrijven.

De economische bril waardoor Krugman kijkt, maakt hem tot een econoom van de oude orde. Een orde die volgens de Nederlandse professor transitiekunde Jan Rotmans wordt gekenmerkt door effectiviteit, efficiency, rendement, controle en beheersing. Die waarden passen bij het industriële tijdperk. Maar we leven vandaag in het digitale tijdperk, het tijdperk dat volgens Paul Krugman dus overroepen is.

De economie vraagt om een radicale hervorming, een nieuwe orde

Maar met zijn kijk op de economie vraagt Krugman zich af wat er mis gaat in plaats van te zien wat er gaande is. Dat is hem niet kwalijk te nemen. Zo’n ingrijpende verandering als die nu plaatsvindt, komt volgens de Franse filosoof Michel Serres immers hoogst zelden voor. Hij duidt het aan als hominescent, “een stadium in de ontwikkeling naar de menswording dat midden in onze tijd, midden in onze samenleving een kloof creëert, die zo breed en zo onoverzienbaar is dat slechts enkele blikken haar ten volle hebben gepeild”.

Paul Krugman behoort niet tot die enkelingen. Pas op. Hij verdiende ongetwijfeld die Nobelprijs. Alleen leven we niet meer in 1979. Zijn economische blik op de wereld is niet meer van deze tijd. De economie vraagt om een radicale hervorming. Een nieuwe orde.

Als waarden voor de nieuwe orde formuleert Rotmans de verschuiving van controle naar ruimte, van doelmatigheid naar aandacht en tijd, van wantrouwen naar vertrouwen, van regelzucht naar keuzevrijheid en van kosten en baten naar kwaliteit.

En als de technologische revolutie en het digitale tijdperk ergens toe hebben bijgedragen, dan zijn het wel die nieuwe waarden. Bedrijven als Uber en Airbnb die dat inzien, groeien dankzij de technologische revolutie exponentieel. Verstorende vernieuwing' noemt Harvard-econoom Clayton Christensen dat in zijn boek 'The Innovator's Dilemma': kleine start-ups, die gevestigde spelers onder druk zetten.

Daar is niets overroepen aan.

Transitie is onvermijdelijk

En dat is zand in het rad van de oude economie. Daar kun je je tegen verzetten, zoals Krugman doet door te stellen dat het digitale tijdperk overroepen is, maar die transitie is onomkeerbaar. Die verandering gaat alleen niet van hogerop komen. Die komt van onderop.

De technologische revolutie en het digitale tijdperk hebben democratie van kennis gebracht. Of zoals Serres zegt: “Niet eerder in de geschiedenis zal het zijn voorgekomen dat het publiek over minstens evenveel wijsheid, wetenschap, informatie en besluitvaardigheid kan beschikken als de verkalkte fossielen wier gulzige behoefte aan energie en vrekkige afgifte van productie wij nog steeds als gedweeë slaven dienen”.

Maar hoe lang nog is de vraag?

En dan zal ook Krugman zien dat alles anders wordt.

Bron foto: Shutterstock