Een samensmelting van mens en machine, dat klinkt als een utopie. Voor de Britse artiest en cyborg activist Neil Harbisson is het de realiteit. De dertiger werd geboren met achromatopsia, waardoor zijn ogen geen kleur waarnemen. Daar vond hij zelf een oplossing voor: sinds 2004 leeft Harbisson met een geïmplanteerde antenne. Hoe de man door het leven gaat en waarom hij gelooft dat mens en technologie steeds meer één worden? Bloovi schrijfster Magali De Reu mocht de man ontmoeten tijdens het SAS Forum Belux en vroeg het hem allemaal!

Kleuren horen

Harbisson werd geboren met achromatopsie, een zeldzame aandoening waardoor hij uitsluitend grijstinten kon zien. “Al sinds mijn 7 jaar speel ik piano, een instrument dat bestaat uit enkel zwarte en witte toetsen”, vertelt hij me. “Dat was eigenlijk een echte verademing. Toen ik op mijn negentiende naar Engeland verhuisde om music composition te studeren, ontdekte ik verschillende onderzoeken over het verband tussen kleur en geluid. En dat is eigenlijk niets nieuws: Isaac Newton was er al mee bezig. Hij liet een zonnestraal door een prisma schijnen en ontdekte dat het licht aan de andere kant ervan uit zo’n 7 kleuren bestond. Dat noemde hij het spectrum. Datzelfde jaar startte ik aan de Dartington College of Arts een project om samen met Adam (Montandon, nvdr) aan de hand van een sensor kleurfrequenties om te zetten naar geluidsgolven. Ik besloot het geluid van elke kleur te onthouden en wilde uiteindelijk de sensor aan mijn hoofd vastmaken.”

Ik vond technologie als aparte tool veel te afstandelijk

Twee jaar later kreeg Harbisson de zogenaamde eyeborg in zijn hoofd geplant. Deze antenne kan kleuren zien en stuurt geluidssignalen door naar zijn hersenen. Ze vertaalt alle kleuren in hoorbare tonen, waardoor Harbisson kleuren hoort met zijn schedel, en niet met zijn oren. Sindsdien gaat de man door het leven als ‘levend kunstproject’, en geeft hij zelfs ‘kleurconcerten’. “Ik weet nog hoe we tijdens mijn hogere opleiding de opdracht kregen om technologie te verwerken in muziek - om ons zo op een originele manier uit te drukken”, blikt hij terug. “Toch vond ik technologie als aparte tool om bijvoorbeeld muziek te componeren veel te ‘afstandelijk’. Ik besefte dat ik zelf een soort van technologie wilde worden. Om technologie te gebruiken zonder … nu ja, technologie te gebruiken, snap je? Dan kon ik muziek maken aan de hand van technologie, maar zonder per se aparte technologie te gebruiken.”

Technologie met een groter doel

Wat voor velen van ons een abstract onderwerp is, lijkt voor Harbisson de normaalste zaak ter wereld. Zonder verpinken vertelt hij dat hij gelooft dat technologie een fundamenteel onderdeel moet zijn van het menselijk lichaam. In 2010 richtte hij mee de Cyborg Foundation op. Met deze non-profit organisatie hoopt hij mensen te stimuleren om hun zintuigen uit te breiden en zich te ontpoppen tot echte cyborgs. Een utopie, of binnenkort pure werkelijkheid?

“Ik geloof in een toekomst waarin we allemaal artificiële zintuigen hebben”, laat hij weten. “Cyborgs beschouw ik als een combinatie van levende wezens en computertechnologie. Mijn antenne (wijst) is een zintuig en ik zie geen verschil tussen mijn brein en de software. Ik bén de technologie. Ik snap ook niet waarom er taboe zou moeten heersen om je lichaam te verbeteren en extra zintuigen toe te voegen met technologie. We kunnen zoveel meer dan de vijf ‘officiële’ zintuigen die we hebben. Evenwicht, snelheid, zwaartekracht - stuk voor stuk zouden ze kunnen worden geregeld aan de hand van nieuwe technologie. Moon (Ribas, medeoprichter van de Cyborg Foundation, nvdr) heeft afgelopen tien jaar uitvoerig onderzoek gedaan om bewegingen op een diepere manier waar te nemen. Met een seismologisch zintuig zouden wij mensen in real-time opkomende aardbevingen kunnen voelen. Ik moet niet uitleggen welke ellende we daarmee kunnen voorkomen.”

“Ik werk moeder natuur niet tegen, ik werk met haar samen”

Harbisson spreekt dus over cyborgs met een ‘hoger doel’. Anders gezegd: als een stuk van ons lichaam al technologie is, hoeven we geen technologie te gebruiken of te verbruiken. “Nu wordt er dikwijls kunstlicht gebruikt om in het donker te kunnen zien”, illustreert hij. “Als we nachtzicht hadden, dan zouden we geen kunstlicht moeten verbruiken. Hetzelfde kun je zeggen over airconditioning - zou het niet fantastisch zijn als we onze eigen lichaamstemperatuur konden instellen? Afgelopen jaren hebben we de planeet proberen vorm te geven. Maar volgens mij is het tijd dat we onszelf proberen vorm te geven op een nieuwe manier.”

Criticasters zouden durven beweren dat Harbisson en zijn non-profit ingaan tegen de manier waarop de natuur ons heeft gevormd. “Voor alle duidelijkheid: het voelt alsof ik samenwerk met moeder natuur, niet alsof ik haar tegenwerk”, vindt hij. “We zouden net voortdurend op zoek moeten gaan naar manieren om onze planeet minder te vervuilen en als soort langer te overleven.”

Meteen slaat Harbisson de brug naar ‘onsterfelijkheid’. “Onsterfelijkheid is een illusie van het menselijk brein”, meent hij. “Stel dat we onze hersenen konden voeden met een soort van tijdsgebonden zintuig waardoor je gelooft voor eeuwig te kunnen leven. Dan bestaan er niet langer fenomenen zoals jong en oud.”

Toekomstmuziek

Hoe ambitieus de doelstellingen van de Brit mogen zijn - onsterfelijkheid en tal van andere zintuigen zijn vandaag verre toekomstmuziek. Naast de nood aan wettelijke kaders stelt zich de cruciale vraag: gaat ons lichaam altijd even goed reageren op sensoren en implantaten? “Ik besef ook wel dat er gevaren aan verbonden zijn”, knikt Harbisson instemmend. “De kans is inderdaad reëel dat het menselijk brein een nieuw zintuig afwerpt, met bijvoorbeeld felle hoofdpijn of ontstekingen als gevolg. Ik vergelijk dat met het beklimmen van de Mount Everest - het gevaar dat mogelijk op de loer ligt, mag je niet tegenhouden om je grenzen te verleggen.”

Mensen moeten de optie krijgen om één te worden met technologie
Foto: een mannequin met een tijdsgebonden zintuig als test (Bron: thoughtworksarts.io)

Harbisson argumenteert voorts nog dat hij met de Cyborg Foundation grondige tests uitvoert om dergelijke problemen te voorkomen. “We werken met exosenses, waarmee een nieuw zintuig eerst ‘buiten’ het lichaam wordt getest”, knikt hij. “Zo kunnen we meten of jouw lichaam daadwerkelijk compatibel is met het zintuig."

"Mijn doel is gewoon: mensen de keuze bieden om één te worden met technologie. Vandaag wordt technologie onderdeel van het lichaam omwille van medische redenen. Ik zeg: maak er een optie van, en zowel mensen als onze planeet worden duurzamer én gelukkiger.”