Gebrekkige voedselveiligheid op een Chinese dierenmarkt leidde tot een wereldwijde pandemie. Door de coronacrisis zijn dit soort markten (tijdelijk) gesloten, maar hierdoor wordt het probleem gewoon verlegd. Zonder totaalinnovatie is het helaas slechts een kwestie van tijd vooraleer een nieuwe crisis de wereld verlamt. Nochtans kunnen we via artificial life engineering onze ecosystemen herstellen én schalen. De aanzet hiervoor werd al in 2012 gegeven, nota bene op een handelsmissie naar Chinese provincie Hebei (waar ook Wuhan gelegen is). Durven we door deze crisis eindelijk collectief kiezen voor totaalinnovatie?

De coronacrisis is het gevolg van een mondiaal verstoord ecosysteem, stelde Ine Renson in haar recente podcast voor De Standaard. Zonder het te willen, hebben we zélf de ideale omstandigheden gecreëerd voor deze pandemie. De gebrekkige voedselveiligheid op de dierenmarkt in Wuhan is inderdaad slechts een deel van de puzzel. Het coronavirus is niet de eerste – en vermoedelijk ook niet de laatste – zoönotische infectie die we in zo’n context zien ontstaan.

Artificial life engineering

Vandaag wordt er volop ingezet op een snellere detectie van de risico’s enerzijds en de ontwikkeling van een vaccin anderzijds. Het detecteren is echter niet nieuw: onderzoekers zijn er al jaren mee bezig en ze waarschuwen ons ook al even lang. Maar net zoals bij de klimaatopwarming bleef het roepen in de woestijn. Vandaag lijkt er eindelijk gehoor om het probleem sneller aan te pakken.

Daarnaast gaan er de laatste weken ook bij ons meer stemmen op om in te zetten op voedselsoevereiniteit of zelfvoorziening. In een open brief vragen academici de regering-Wilmès om een interfederale taskforce op te richten die een veerkrachtig voedselbeleid kan uitstippelen. Een illusie, schreven wetenschappers en academici Tessa Avermaete, Gerard Govers, Olivier Honnay en Wannes Keulemans als reactie in het opiniestuk “Waarom lokale landbouw en uw moestuin niet volstaan”.

Ook het Vlaams infocentrum land-en tuinbouw (VILT) uitte zijn bezorgdheid over de kwetsbaarheid van ons globaal voedselsysteem. Als we terugdenken aan de klassieke idee van lokale landbouw – lees: meer biodiversiteit, minder schaal – is het inderdaad een illusie. Gelukkig is deze crisis een kans om vooruit te denken.

Om het probleem integraal op te lossen, moeten we focussen op de échte uitdaging: het totale systeem dusdanig innoveren dat we de rijkdom van de biologische diversiteit – die we kennen uit de gezonde ecosystemen – kunnen terugbrengen zonder verlies van schaalbaarheid. Dit hoeft bovendien geen utopie te zijn. De sleutel ligt al jaren op tafel: artificial life engineering.

Ecosystemen leren schalen

Tussen 2002 en 2004 deed ik onderzoek naar innovatie via artificial life-simulaties. Dergelijke simulaties worden al sinds de jaren 1960 gebruikt om de dynamieken van ecosystemen te bestuderen. Uit mijn eigen onderzoek kwam het inzicht dat niet mensen, maar organisaties aan innovatie doen. Dezelfde systeemstructuren van onze hersenen zijn te herkennen in onze samenleving. En dus kwam al snel de vraag of we dat inzicht ook konden gebruiken om technologie te bouwen.

Zo verschuift het domein van zuivere wetenschappen – gebaseerd op hypotheses – naar toegepaste wetenschappen door praktische ontwikkeling. We richten ons op platformen bouwen in plaats van simulatie draaien. Vandaar dat ik het ook ‘artificial life engineering’ noem.

Schaalbaarheid is tegenwoordig alomtegenwoordig, de uitdaging zit hem in het re-integreren van de diversiteit

Mijn focus ligt op collectieve intelligentie-platformen en het realiseren van schaalbaarheid met behoud van diversiteit. Schaalbaarheid is tegenwoordig alomtegenwoordig, de uitdaging zit hem in het re-integreren van de diversiteit. Kijk bijvoorbeeld naar de landbouw: we zijn erin geslaagd om alles te schalen, maar zien hoofdzakelijk monoculturen.

Het is niet enkel biodiversiteit. Ook de economische diversiteit is sterk verschraald door marktefficiëntie. Systemen horen ‘lean’ te zijn, maar vandaag de dag leren bedrijven ook dat ze ‘resilience’ nodig hebben.

Zowel in de landbouw als in de economie zijn onze ecosystemen doorgeslagen, te vergelijken met ondergewicht. Net zoals bij de mens is zowel overgewicht als ondergewicht een bedreiging voor die weerbaarheid. Dus staan we voor de uitdaging om gezond verstand opnieuw te introduceren.

Artificial Life Engineering

Artificial life engineering is dus een term die ik zelf bedacht, voor een groepering die spontaan ontstond. Al in 2011 kwamen er in België zo enkele onderzoeksgroepen samen. Er waren seminaries van onder meer mezelf, Walter Dejonghe (Industrial Design Center, Hogeschool West-Vlaanderen) en ir. Theo Lohman (o.a. bouw van baggerschepen). Hoewel we allemaal onderzoek deden vanuit verschillende invalshoeken, sloten onze modellen naadloos aan op elkaar.

Achteraf verkenden we of er een verdere samenwerking mogelijk was. Die vonden we in Lohmans voorstel voor een integraal innovatieproject: de ‘Food Metropol’. De idee was om een stad te bouwen als levend labo om polyculture op schaal te realiseren. Een artificiële imitatie van de diversiteit van natuurlijke ecosystemen, denk maar aan high-tech voedselbossen. Bovendien zouden we in deze metropolis alles van zaaien tot verpakken bundelen in één hypermoderne living city.

Er is trouwens een interessante vergelijking te maken tussen steden en natuurlijke ecosystemen. Een artificial life-simulatie van 1965 toonde aan hoe de aarde haar eigen temperatuur regelt door ecosysteemdynamieken. Dat werd de ‘Gaia hypothese’ genoemd. In de jaren 1990 verrijkt de hypothese door de uitbouw van het internet. Zo ontstond het concept ‘Global Brain’ waar mensen via het internet informatie sturen zoals neuronen in de hersenen.

Vanuit mijn eigen onderzoekservaring naar artificial life engineering stel ik echter een schaalcorrectie voor. Vergelijk steden met neuronen en mensen met ribosomen: zoals de ribosomen in een cel leven, leven wij in steden. In een zoogdiercel vind je namelijk gemiddeld 10 miljoen ribosomen – bij bacteriën varieert dat getal tussen de 7.000 en 70.000. Deze ribosomen vertalen RNA naar proteïnen en zijn de tool makers op celniveau. Vanuit die logica zijn het dus niet de mensen, maar de steden die de cellen vormen.

Steden worden dan ook een boeiend onderzoeksinstrument. Vandaag de dag is er groeiende aandacht voor smart cities, maar een living city gaat evengoed over de historische stadstaten. Het doel is om organisaties met een gemeenschapsgeest (organisatiecultuur) te creëren die levende systemen worden, om aldus de meta-systeemtransitie van nieuw leven te begrijpen.

Handelsmissie naar het Chinese Hebei

Met deze achterliggende gedachte zat ik tussen 2006 en 2011 als onderzoeker in een een digitaal startup-ecosysteem ter grootte van een centrumstad om te begrijpen hoe onder andere technologie dat collectief bewustzijn medieert. Met andere woorden: het herkennen van ecosysteemdynamieken in digitale projecten. Kennis die ook nuttig was voor het ‘Food Metropol’ project.

Om je een idee te geven van de omvang: de living city zou ongeveer even groot zijn als Hasselt, waarbij alle groenhuizen de grootte van de ring rond Hasselt in beslag zouden nemen. De campus zelf bevat naast alle dienstensectoren een geïntegreerd onderwijsinnovatiebeleid dat past in moderne onderwijsconcepten zoals levenslang leren, leren op de werkvloer en ontwikkelen in levende labo’s. De hoogtechnologische groenhuizen lijken meer op luchthavengebouwen dan de serres die we hier kennen.

Kortom, een kolossaal plan van totale innovatie waarvoor een handelsmissie nodig was om te verkennen of er een markt voor was. Die handelsmissie kwam er in 2012. Naar de Chinese provincie Hebei, waar ook Wuhan gelegen is. In plaats van onze oplossingen afzonderlijk voor te stellen – zoals doorgaans gebeurt op zo’n handelsmissie – legden we een totaaloplossing op tafel. Vergelijk het met een auto. Je koopt de onderdelen van je auto toch ook niet apart?!

Dankzij de integrale innovatieaanpak die we voorstelden, zouden markten zoals Wuhan overbodig worden – en ontnemen we virussen zoals het coronavirus hun kweekvijver.

Onze gastheren in Hebei reageerden enthousiast en hielpen zelfs om tot totaalproject op te splitsen in haalbare deelprojecten die, vergis je niet, nog steeds kolossaal zijn. Zo was er binnen onderwijsinnovatie zelfs een afzonderlijk project voor mijn peer-learning platform. Dat deelproject ontstond door een brainstorm aan de Shijiazhuang University, waar we onderzochten hoe het platform hun universitair onderwijs kon ondersteunen.

Die mismatch - lokaal denken in een globale wereld in plaats van globaal denken voor een lokale wereld - is iets wat ik de voorbije vijf jaar als ondernemer ook keer op keer heb moeten vaststellen

Terug thuis bleek er van Belgisch-Nederlandse zijde veel weerstand te zijn om zo’n integrale innovatie te ondersteunen: de noodzaak en urgentie werd fel betwist en de grootorde werd als een risico gezien. We leven in een globale wereld, maar denken lokaal. Terwijl in een lokale wereld leven en globaal denken ons veel verder zou brengen.

Die mismatch - lokaal denken in een globale wereld in plaats van globaal denken voor een lokale wereld - is iets wat ik de voorbije vijf jaar als ondernemer ook keer op keer heb moeten vaststellen. Daardoor leven we allemaal in een krabbenmand, zonder te beseffen dat het helemaal anders kan.

Business as usual tot er geen 'usual' meer is

Het coronavirus is één voorbeeld van een verstoord ecosysteem. Ook het economische ecosysteem staat onder druk. Al een eeuw lang worstelt de wereld met bankencrisissen, maar we lijken steeds gevoellozer te worden voor bankencrisissen. Over de laatste grote crisis werd zelfs amper bericht. Wie weet er bijvoorbeeld dat de repo-markt in september 2019 op één nacht tijd gered werd met een kostenplaatje van maar liefst 400 miljard dollar?

Zolang de wereld draait, komt er geen verandering. En zijn we net zoals de kikker die door zijn koudbloedigheid ongevoelig is voor traag opwarmend water. Ga het alsjeblieft niet zelf uitproberen maar als je het water traag en lang genoeg blijft opwarmen, wordt de kikker uiteindelijk wel levend gekookt. Zo is ons kapitaal al jaren aan het verdampen.

Al jaren kijk ik verbaasd toe hoe we na elke crisis weer ‘business as usual’ verdergaan met ons leven, zonder de nodige vragen te stellen. Misschien mogen we bij de coronacrisis van een geluk bij een ongeluk spreken: door de fysieke impact is de wereld letterlijk ontwricht en worden mensen verplicht stil te staan bij deze situatie.

Conclusie

Artificial life engineering stelt ons in staat om volledige ecosystemen te herstellen door domesticatie. Net zoals we doorheen onze geschiedenis dieren en planten leerden domesticeren. Dan heb ik het niet alleen over de landbouw, maar even goed over economisch kapitaal en menselijk talent.

Vaak wordt er verwezen dat 90% van alle rijkdom toebehoort aan amper 1% van de mensen. Te weinig wordt beseft hoe lokaal denken ervoor zorgt dat we kansarm zijn. Qua economisch kapitaal moeten we de ideeën van schaarste en competitie vervangen door een circulair denken van overvloed en co-creatie. Hoe dat gebeurt, leren we juist uit digitaal start-up ecosystemen.

We zien ook een domesticatie rond menselijk talent. De ontwikkelingspsychologie leert ons dat 98% van de volwassen een gesocialiseerde geest ontwikkeld. In deze fase leg je de meeste verantwoordelijkheid extern. Van die groep ontwikkelt 35% zich tot een volwaardige autonome geest: men neemt zelf-verantwoordelijkheid, maar daar eindigt het. Tot slot bereikt amper 1% het stadium van zelftransformatie. Hier ken je absolute verantwoordelijkheid. Alles wat misgaat in de wereld, zit ook in jezelf. Iedereen rond je wordt een spiegel. Alle conflicten bevatten ongekende kennis en je vijanden worden je leermeesters.

De huidige ontwikkeling van platformen, zoals sociale media, duwt mensen vooral terug naar die gesocialiseerde geest maar het kan evengoed helpen te ontwikkelen naar zelftransformatie. We zitten met andere woorden op een kantelpunt dat momenteel dreigt door te buigen naar de verkeerde kant.

Toch is er gelukkig nog niets gebroken: we zijn door deze coronacrisis ontwricht en hopelijk brengt dat mensen tot inzicht. Ik hoop uit het diepst van m’n hart dat we eindelijk stoppen met die blinde evolutie en deze crisis aangrijpen om het gezond verstand te laten heersen en eindelijk de nodige verandering in beweging te zetten.