Het jaar is goed en wel begonnen en dan is het ook een goed moment om eens vooruit te blikken naar wat komt. In mijn glazen bol zie ik vijf belangrijke elementen verschijnen. Lang verhaal kort: AI breekt door in 2020, maar er moeten ook regels en een ethisch kader komen voor artificiële intelligentie. De politieke polarisatie heeft een impact op de digitale transformatie en in bedrijven zien we nieuwe profielen zoals creative thinkers opduiken.

1. Het jaar van de doorbraak van AI

We zien bedrijven almaar meer 'AI-first' denken, en dat zal in 2020 enkel toenemen. Organisaties zullen meer openstaan voor AI om beslissingen voor hen te nemen. Daarvoor zullen ze wel eerst alle silo’s moeten afbreken. Enkel met voldoende data kun je AI-motoren op toerental krijgen.

Het houdt in dat leveranciers oplossingen zullen moeten leveren die AI versneld mogelijk maken. Andersom geldt dat leveranciers maar ook eindklanten die voor het volgende decennium (nog) niet hebben ingezet op automatisering en artificiële intelligentie, het moeilijk zullen krijgen.

2. Meer aandacht voor ethiek van artificiële intelligentie

Met het succes van artificiële intelligentie stijgt ook het belang van de ethische rol van de technologie. Foute data leidt tot verkeerde of zelfs bewust verkeerde resultaten. Elke organisatie die met AI werkt, moet de bron ervan - data - controleren. Onze samenleving is nu eenmaal niet altijd even eerlijk. Net zoals ethiek de perceptie van bedrijven verbetert, zullen ook de bedrijven die aandacht besteden aan ethisch databeheer een positiever beeld van zichzelf schetsen en hun reputatie beschermen.

In feite kun je het vergelijken met climate change: als we niets doen, zullen we ons pas bewust worden van de impact van weinig ethische AI wanneer het te laat is om nog in te grijpen. We pleiten er dan ook voor dat bedrijven, maar ook overheden en particulieren in 2020 actie ondernemen.

Vanuit een zakelijk, overheids- en internationaal perspectief zijn er duidelijke principes en best practices nodig. Dat lukt het best als je een regelgeving ter zake invoert, zoals de AVG de bescherming van persoonsgegevens heeft aangepakt.

3. Weer meer computing ‘in eigen huis’

In het verlengde daarvan zien we ook weer meer vraag naar data en applicaties ‘in eigen huis’. Klanten zijn bezorgd over privacy en de veiligheid van hun informatie en willen op zijn minst meer controle over de opslag van hun data en applicaties.

In 2020 zetten organisaties daarom minder alles op één kaart en slaan ze bijvoorbeeld niet alles op bij de grote publieke cloudaanbieders. Technologieleveranciers zullen hun klanten een keuze moeten bieden zonder compromissen te hoeven sluiten.

4. Digitale transformatie vertraagt bij de overheid

In de publieke sector zal de digitale transformatie in 2020 met grotere uitdagingen kampen. We zien politieke polarisatie en onzekerheid en dat kan leiden tot andere prioriteiten en minder financiering.

Digitale managers van publieke en privé-organisaties moeten dan het geweer van schouders veranderen om te blijven innoveren: minder over technologie zelf praten maar meer over de impact ervan voor bedrijf én burger. Dan kan het lukken om vertrouwen in hun plannen te winnen, verlopen budgetgesprekken heel anders en zien we meer kans op slagen voor digitale transformatie.

5. Meer out-of-the-box-denkende managers

Om diezelfde reden zien we het komende jaar ook nieuwe jobs ontstaan in technologiedepartementen die transformatie en innovatie moeten dragen.

We zien bijvoorbeeld nieuwe managers in Lateral Thinking of Creative Engineering opduiken in zowel publieke als privé-organisaties. De exacte titels kunnen variëren, maar die nieuwe rollen zullen van vitaal belang zijn om de technische continuïteit en vernieuwing in evenwicht te brengen en om voldoende aantrekkelijk te blijven voor nieuwe talenten. Als je hetzelfde type kandidaten blijft aanwerven, wordt het vanzelfsprekend moeilijker om te blijven evolueren.