China lag dan wel nooit zo hard onder vuur als nu, toch is het land volgens sinoloog en ondernemer Pascal Coppens op veel vlakken een schoolvoorbeeld. In de nieuwste aflevering van Techmag vertelt hij hoe de westerse wereld van de crisis en bij uitbreiding ook van China kan leren.

Wendbare economie

In België zal de pandemie nog lang nazinderen, maar in China zijn ze intussen al even aan de heropbouw van de economie bezig. “Je moet weten dat dat dé grote troef is van China”, legt Pascal Coppens uit. “Onze westerse maatschappij vindt zichzelf elke 25 jaar opnieuw uit, maar in China is er elke vijf jaar wel een nieuwe shift. Op zowel economisch als maatschappelijk vlak zijn Chinezen een pak wendbaarder.”

Op zowel economisch als maatschappelijk vlak zijn Chinezen een pak wendbaarder

Coppens ziet in China allerlei nieuwe businessmodellen ontstaan. De bedrijfswereld maakt van de gelegenheid gebruik om de banden met de consument sterker aan te scherpen. “Een recent model is alles via videostreaming”, weet de sinoloog. “Vooral in de retail wordt het gebruikt om consumenten advies te verlenen en de drempel naar hun fysieke winkel te verlagen. Helemaal gepersonaliseerd, geniaal vind ik dat.”

In België wordt er eindeloos doorgedramd over een idee, maar in China gaan ze er gewoon voor. Dat zie je op dit moment zelfs, nu er nieuwe COVID-19 besmettingen zijn vastgesteld in Wuhan (waar het virus eind 2019 uitbrak: nvdr). In een mum van tijd wordt quasi de hele bevolking er getest.”

Vertrouwen of wantrouwen?

Chinese bedrijven beseffen het maar al te goed: zij moeten zichzelf nu bewijzen als partner waar de consument daadwerkelijk iets aan heeft. Vertrouwen was nog nooit zo cruciaal, zeker in het bedrijfslandschap. “Eigenlijk kunnen pas een voorbeeld nemen aan China eens we niet meer zo wantrouwig zijn”, stelt Coppens. “Tegenover onze medemens, ten opzichte van overheden, maar ook naar andere bedrijven toe.”

“In mijn boek ‘China’s New Normal’ heb ik het niet alleen over de snelheid, het ongelimiteerde denken en de schaal, maar ook over de manier waarop het Chinese bedrijfsleven de concurrentie durft aan te gaan. Hier denken we dat we uniek zijn, en beschermen we angstvallig ons eigen bedrijf. Maar Chinese organisaties kijken zeer kritisch naar de manier waarop ze het verschil kunnen maken. Waar nodig, wordt er ook samengewerkt. Ze moeten wel, of je overleeft niet in zo’n markt.”

Maar hoe staat het eigenlijk met ons wantrouwen tegenover de Chinese economie? “Pas op, je gaat me zeker niet horen vertellen dat China geen gebreken heeft”, zegt Coppens snel. “Maar ik denk dat bepaalde bedrijven er niet bij gebaat zijn om het land nu angstvallig te mijden.”

“Anderzijds zijn er natuurlijk ondernemingen die net meer gaan investeren in China. Die het land en de markt beter willen begrijpen. Aangezien de Chinese consument vandaag de meest veeleisende en gesofisticeerd ter wereld is, zouden dergelijke bedrijven wel eens de winnaars van morgen kunnen worden.”

Collectivisme

Coppens’ betoog behoeft uiteraard ook enige nuance. Het Chinese, soms haast blindelings vertrouwen in de overheid heeft veel te maken met de geschiedenis en het structuur van het land. “Tuurlijk kan je dat niet allemaal kopiëren”, voegt hij er aan toe. “Wat we ons wél eigen kunnen maken, is een stuk van dat collectieve gedachtegoed. In China is dat zeer sterk aanwezig, en wij passen het al toe op niveau van gezondheidszorg. Ik ben benieuwd wat er kan gebeuren als we dat collectivisme ook in andere domeinen ingang doen vinden.”


Benieuwd naar meer? Abonneer je op het Techmag YouTube-kanaal en mis geen enkel ondernemersverhaal!