Stijn Van Hoestenberghe, bioloog en ontwikkelaar van de Omegabaars

De meest duurzame vis ter wereld komt uit Vlaanderen. Niet uit de Noordzee, niet uit de Schelde, maar uit bassins en aquariums in Kruishoutem. Bioloog Stijn Van Hoestenberghe is de geestelijke vader van de Omegabaars, een kweekvis die vegetarisch eet en op land wordt gekweekt naast een tomatenserre. Jeroen Meus outte zich als fan en de innovatieve viskwekerij kan de vraag niet meer bijhouden. “Omegabaars biedt een antwoord op de overbevissing, het verlies aan biodiversiteit en de plastic soep in zee. De consument is helemaal klaar voor duurzame kweekvis. Het is de vis van morgen.”

Stijn Van Hoestenberghe is al heel zijn leven gefascineerd door vissen, te beginnen met de aquarium met goudvissen die hij van zijn moeder kreeg voor zijn zesde verjaardag. Op latere leeftijd maakte hij als fervente duiker niet alleen van dichtbij kennis met de fascinerende onderwaterwereld, maar zag hij ook de keerzijde van de medaille: de verwoestende impact van overbevissing, het verlies aan biodiversiteit, de plastic soep en andere massale vervuiling van zeeën en oceanen. Toen Van Hoestenbergh afstudeerde als bioloog ging hij werken op een zeebaarskwekerij in Spanje en later op een gambakwekerij op de Seychellen.

“Ik dacht dat kweekvis wel eens dé oplossing kon zijn voor de overbevissing. Maar ik merkte al snel dat ook viskwekerijen met heel wat duurzaamheidsissues worstelen. Om te beginnen, zijn de meeste vissen carnivoren. Elk jaar wordt twintig miljoen ton vis gevangen, enkel en alleen om te dienen als voeding voor andere vissen. Kweekvis wordt massaal gevoed met vismeel en visolie. Daarnaast heeft kweekvis ook een grote impact op zeeën en rivieren. Neem nu een zalmkooi: alle afval van de vissen drijft gewoon het water in. De vuiligheid komt dus evengoed ongezuiverd en ongefilterd in de natuur terecht.”

Maak kennis met de Omegabaars

Van Hoestenberghe wilde het over een andere boeg gooien, en vis op een zo duurzaam mogelijke manier kweken. Stap één: de ideale vis vinden. Die kwam hij op het spoor aan de andere kant van de wereld, in de billabongs van Australië. “De tijgerbaars leende zich er eigenlijk perfect voor om op een duurzame manier gekweekt te worden. De Belgische variant heb ik dan omgedoopt tot ‘Omegabaars’, omdat hij boordevol gezonde Omega 3-vetzuren zit.”

Omnivoren zijn in de natuur eigenlijk enorme opportunisten, ze eten wat ze kunnen vinden

“De vis van morgen is een vegetarische vis. Ik moest dus om te beginnen van een omnivoor een vegetariër maken. Op zich is dat heel eenvoudig. Omnivoren zijn in de natuur eigenlijk enorme opportunisten, ze eten wat ze kunnen vinden. Vinden ze alleen maar plantaardig voedsel, dan éten ze ook plantaardig voedsel. Zo simpel is het. Dat doen ze in de veeteelt ook.”

De Omegabaars

“De moeilijkheid ligt erin dat je de vis ook zo moet voeden dat hij even snel groeit en even voedzaam is als wanneer hij wél vis zou eten. (lacht) Dat is een ander paar mouwen, daar is een heel doctoraat over duurzame aquacultuur aan de KU Leuven in gekropen. Niet zomaar wat uitproberen, maar wetenschappelijk onderzoek doen naar de juiste enzymen en dat soort dingen. De Omegabaars eet geen vismeel of visolie, ik heb hem op een plantaardig dieet van lokaal geteelde zaden en granen gezet. Ik ben die voedselmix trouwens nog altijd voortdurend aan het perfectioneren.”

De vis van morgen

Stap twee richting duurzame kweekvis lag voor de hand. Om de negatieve impact van kweekvis op de zee of de rivier tot nul te herleiden, ging Van Hoestenberghe zijn Omegabaars gewoon op het land kweken.

“De viskwekerij in Kruishoutem is aangesloten op een tomatenkwekerij. De serres vangen het regenwater op om de bassins voor de vissen te vullen en verwarmen de aquariums. Het afvalwater van de Omegabaars zuiveren we in rietvelden – ons eigen waterzuiveringsstation - en kunnen we nadien gebruiken om de tomaten te besproeien. Elke dag vloeit er 100.000 liter gezuiverd afvalwater naar de tomatenserres. De mest van de vissen is dan weer uitstekend geschikt om akkers te bemesten of om energie op te wekken voor biogasinstallaties.”

“De combo kweekvis-tomaten is niet uniek, maar gebeurt meestal in dezelfde serres. Dat is verre van ideaal, want de serres geven teveel licht voor de vissen en zijn te vochtig voor de tomaten. Wij zijn de eersten die wel energie en water delen, maar die de vissen en de tomaten van elkaar los hebben getrokken. Dat is de echte duurzame innovatie.”

Voor de verkoop ben ik helemaal van nul moeten beginnen. Letterlijk, want ik had niet eens een vergunning om de vis überhaupt voor consumptie te mogen aanbieden

Eenmaal de voeding voor de Omegabaars op punt stond en het ecosysteem van viskwekerij en tomatenserre uitgebouwd was, moest het echte werk eigenlijk nog beginnen voor Van Hoestenberghe. “Ik moest de Omegabaars natuurlijk ook nog verkocht krijgen. Ik ben helemaal van nul moeten beginnen. Dat mag je letterlijk nemen, want ik had niet eens een vergunning om de vis überhaupt voor consumptie te mogen aanbieden.”

“Toen die vergunning binnen was, moesten we het vertrouwen van de consument zien te winnen. Dat heb ik toch onderschat. Kweekvis had een imagoprobleem, en sleepte een negatieve connotatie met zich mee. Vreemd, als je bedenkt dat het marktaandeel van kweekvis groter is dan dat van wilde vis. Kabeljauw, makreel of tonijn kunnen we nog niet kweken. Maar de zeebaars, de dorade, de forel of de zalm die je koopt, is hoogstwaarschijnlijk kweekvis. Toch leeft bij veel consumenten het beeld dat kweekvis minderwaardig is aan wilde vis."

Gelukkig hebben we de tijdsgeest mee. Meer en meer mensen willen geen vis eten die overbevist wordt, of die vol plastic of andere schadelijke stoffen zit

“We hebben dan ook heel veel tijd gestoken in het vertellen van ons verhaal, we hebben ontzettend veel mensen rondgeleid in de viskwekerij. Gelukkig hebben we de tijdsgeest mee. Meer en meer mensen willen geen vis eten die overbevist wordt, of die vol plastic of andere schadelijke stoffen zit. We praten met z’n allen al jarenlang over duurzaamheid, nu pas zijn mensen ook bereid om daarvoor iets dieper in de geldbeugel te tasten. Alle tijd die we in onderzoek hebben gestoken, blijkt nu een zegen. Anders waren we misschien té vroeg geweest met Omegabaars. Nu is de timing perfect. Want deze vorm van duurzame aquacultuur is de toekomst, daar ben ik rotsvast van overtuigd. Hoeveel duizenden hectares serres telt Vlaanderen niet? Mogelijkheden zat.”

Jeroen Meus doet verkoop ontploffen

In Kruishoutem zwemmen in 2 miljoen liter water – bijna een volledig Olympisch zwembad – 500.000 vissen rond. “Het begin was moeilijk. We moesten op de radar van restaurants, supermarkten,… komen. Duurzame, Belgische kweekvis is compleet nieuw, ze moesten nog wat koudwatervrees overwinnen. Bovendien blijft kweekvis natuurlijk verse vis. Je moet hem binnen een paar dagen zien te verkopen of je kan hem weggooien. Je kan er dus redelijk gemakkelijk je broek aan scheuren als de klant niet hapt.”

Welk nieuw product je ook lanceert, je hebt altijd believers nodig

Maar ondertussen is de bal aan het rollen gegaan. Carrefour is de belangrijkste klant van Omegabaars, maar de vis ligt ook bij Albert Heijn in de rekken aan 25 à 30 euro voor een kilo filet. Ongeveer de prijs van een zalmhaasje. Van Hoestenberghe kan de vraag niet bijhouden en werkt noodgedwongen met wachtlijsten. Wie ook Omegabaars wil verkopen, moet drie tot zes maanden geduld hebben.

Bekende fans als Jeroen Meus, die zich ontpopte tot een echte ambassadeur van de kweekvis made in Belgium, gaven de Omegabaars een duwtje in de rug. “Welk nieuw product je ook lanceert, je hebt altijd believers nodig. Trendsetters die consumenten inspireren en vertrouwen inboezemen”, reageert Van Hoestenberghe. “Als het op voeding aankomt, zijn mensen conservatief. Dan helpt het natuurlijk als een bekende chef zegt: ‘Deze vis is niet alleen duurzaam, hij is ook nog eens geweldig lekker’.”