Vice-eerste minister van lopende zaken Kris Peeters kondigde vorige week aan dat vijftig Belgische bedrijven deze maand starten met proefprojecten om burn-outs op de werkvloer te voorkomen. Peeters stelt voor elk van hen 8.000 euro ter beschikking. Geld dat de betrokken ondernemingen zullen gebruiken om met de hulp van experten programma’s op maat uit te werken om proactief en preventief burn-out tegen te gaan. Of dat iets gaat opleveren, zal nog moeten nog blijken. Het probleem is bekend maar of deze proefprojecten het bij de wortel zullen aanpakken, is nog maar de vraag. De oplossing is nochtans heel eenvoudig.

De vijftig bedrijven zijn een aantal kleine en middelgrote ondernemingen, maar ook grotere organisaties uit de zorg- en technologiesector. De in 2017 van kracht geworden Wet Peeters bevat met een aantal maatregelen rond wendbaar en werkbaar werk om werknemers een betere balans tussen werk- en privéleven te garanderen maar heeft tot dusver weinig zoden aan de dijk gebracht.

De Belgische professor Jan-Emmanuel De Neve, verbonden aan de universiteit van Oxford en ook betrokken bij de redactie van het bekende World Happiness Report, wees er in een kerstinterview met Knack op dat nog altijd slechts één op vijf medewerkers zich echt betrokken voelt bij zijn job en dat de hype van de fruitmanden, dartsborden en pingpongtafels op de werkplek niet wegneemt dat er nog altijd een heleboel mensen allesbehalve fluitend naar het werk gaan. Ze zien hun job meer als een verplichting om de vele rekeningen te kunnen betalen, eerder dan een activiteit waar ze echt voldoening uit halen. Het resultaat is dat ze in steeds grotere getale op hun grenzen botsen, met alle gevolgen vandien voor de al zo hoog oplopende factuur van de sociale zekerheid.

Zorgwekkende cijfers

Ondanks vele lovenswaardige initiatieven van werkgevers om hun medewerkers te stimuleren om gezonder te eten en meer te sporten, zijn in ons land meer dan 400.000 werknemers langer dan een jaar niet in staat om te werken. Bij een groot deel van hen is dat het gevolg van een burn-out. Een hallucinant cijfer, dat zal niemand ontkennen. De wachtzalen van burn-out coaches zitten vol. Niet alleen in ons land trouwens, want bij onze zuiderburen trok journalist Fabien Piazzon aan de alarmbel met zijn boek Absentéisme, l’alerte rouge.

Uit de jongste cijfers van Securex blijkt dat het er niet naar uitziet dat de toestand in ons land snel zal verbeteren. Het absenteïsme op het werk is in de eerste zes maanden van 2018 blijven stijgen, zowel bij jongere als bij oudere werknemers. Het totale ziektepercentage voor bedrijven tot 1.000 werknemers evolueerde van 6,70 procent in de eerste helft van 2017 naar 6,93 procent in dezelfde periode van 2018. Het percentage van het aantal mensen dat langer dan een jaar thuis is, steeg met 4% en vertegenwoordigt inmiddels al 41% van het totale ziektepercentage.

Het aandeel lange afwezigheden is weliswaar het hoogst bij de oudste werknemers, maar de stijging is verhoudingsgewijs sterker in de jongere leeftijdsgroepen. Dat wijst erop – net trouwens als het groeiende aantal zelfmoorden in de jongere leeftijdscategorie - dat er rond het verhogen van het psychosociale welbevinden van de medewerkers nog altijd heel wat werk op de plank ligt. De vraag is of de proefprojecten die 50 bedrijven nu met de steun van minister Peeters opstarten, daar iets zullen kunnen aan veranderen.

Tevreden koeien geven meer melk

Alle organisaties weten nochtans dat gelukkige werknemers ook voor tevreden klanten zorgen en op alle vlakken alleen maar een positief effect kunnen hebben. Het adagio dat tevreden koeien meer melk geven, is bekend. De bedrijven die volop inzetten op het welbevinden van de medewerkers en vaak bekroond zijn als beste werkgever, zoals Torfs in Vlaanderen en Easi in Wallonië, hebben al tientallen keer in de media herhaald dat het inzetten op de werknemerstevredenheid hen niet alleen die bekroningen als beste werkgever oplevert maar ook resulteert in betere bedrijfsresultaten.

De grote vraag is dan ook waarom het zoveel andere organisaties niet lukt om op dezelfde manier aan het welbevinden van hun medewerkers te werken.

Liefde voor de werknemers

Het onlangs op VTM uitgezonden programma Topondernemers in Vlaanderen, gaf daar voor de goede verstaander een antwoord op. Wouter Torfs verklaarde daarin dat hij zich niet langer schroomt om het woord liefde te gebruiken als hij het over de relatie met zijn medewerkers heeft. En die liefde is authentiek. Dat voelde je, als je naar het programma keek. Met alle respect voor de andere ondernemers die in het programma over hun succes getuigden: zij zouden bij de vraag of mensen voor hen zouden willen werken veel minder vaak een spontane “ja” te horen krijgen dan de CEO van de schoenenketen.

In deze tijden van internet of things is menselijke warmte, de bereidheid om echt te luisteren en om samen problemen aan te pakken de sleutel om voor een grotere betrokkenheid en meer psychosociaal welbevinden te zorgen

Salvatore Curaba, de topman van Easi, laat trouwens ook geen gelegenheid voorbijgaan om onomwonden zijn liefde voor de medewerkers te spreken. In deze tijden van internet of things is menselijke warmte, de bereidheid om echt te luisteren en om samen problemen aan te pakken de sleutel om voor een grotere betrokkenheid en meer psychosociaal welbevinden te zorgen.

En het gaat daarbij om meer dan om het aanstellen van een Chief Happiness Officer zoals ondertussen in tal van organisaties is gebeurd. Dat is weliswaar een teken van de bereidheid van de bedrijfsleiding om aandacht te schenken aan het welbevinden van de medewerkers, maar het is niet meer dan een eerste stap. En het brengt bovendien geen zoden aan de dijk als het een kunstje blijft. Een procesmatig aangestuurde strategie in de hoop zo werknemers gelukkig te maken kan nooit op tegen warme en authentieke liefde.

Kwetsbaarheid tonen

Werkgevers en leidinggevenden kunnen meer doen dan dat. Ze kunnen echt hun maskers afleggen en hun kwetsbaarheid tonen. Uit de verkoopsuccessen van boeken zoals Leider zonder masker van Ann Baeke en De kwetsbare leider van Joost Callens blijkt ook dat veel leiders dat ook beseffen. Maar de stap zetten naar echte menselijkheid, naar het beschouwen van de medewerkers als familieleden blijft in de praktijk blijkbaar toch nog moeilijk. Ik hoop oprecht dat veel leiders – in een wereld waarin steeds meer op projectbasis wordt gewerkt, neemt zowat iedereen vroeg of laat een leidinggevende rol op – in 2019 die stap naar authentieke liefde kunnen zetten.

Ze kunnen alvast inspiratie vinden in twee andere recente boeken. Dan Schawbel beschrijft in Back to Human: How Great Leaders Create Connection in the Age of Isolation dat warme intermenselijke relaties zoveel meer waard zijn voor een organisatie dan de nieuwste technologie en Heather Hanson Wickman betoogt in The Evolved Executive met als ondertitel The future of work is love in action dat leiders in deze tijden, waarin de aloude paradigma’s van de industriële revolutie niet meer van kracht zijn, eigenlijk niet anders kunnen dan met hart en ziel aan hun organisatie werken.

Nuance verloren

De organisaties en ondernemingen die er zullen in slagen om in de orkaan van fake news en de waan van de dag te overleven, zullen leiders hebben die liefde prediken, die luisterbereidheid tonen en die niet langer met de hakken in het zand gaan staan omdat ze overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Jean-Paul Van Bendegem noemde 2018 in een opiniestuk in De Morgen het jaar waarin de nuance verloren is gegaan.

Die nuance die we broodnodig hebben omdat ze het goud naar boven haalt dat in de grijze zone zit tussen het zwart-witdenken, kan maar terugkeren als organisaties en hun leiders met oprechte liefde aan de slag gaan voor hun werknemers en alle stakeholders. En het is mijn volle overtuiging dat ze op die manier daar ook de vruchten zullen van plukken. In de vorm van betere resultaten alsook van een persoonlijke groei van hun leiders én hun medewerkers.

Het is de enige manier om absenteïsme en burn-outs terug te dringen. Ik durf er veel op verwedden dat dit ook de eindconclusie zal zijn van de 50 bedrijven die nu met de steun van Kris Peeters van start gaan met hun op preventie gerichte proefprojecten.

Noot van de redactie: opinies vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van Bloovi. Indien je het niet eens bent met de auteur en zelf een opinie wil schrijven, stuur ons dan een mailtje op redactie@bloovi.be