(©Klaas De Buysser)

“Met 200.000 euro kan je de wereld veranderen, als dat geld tenminste bij de juiste mensen belandt.” Wim Derkinderen lag in 2018 mee aan de basis van het invevesteringsplatform Pitchdrive. Dat verzekerde zich eind maart nog van 30 miljoen euro extra investeringskapitaal voor een tweede fonds na een deal met Smartfin, het fonds van techinvesteerder Jürgen Ingels. En dus is het misschien ook geen toeval dat Pitchdrive zich met de slagzin ‘for founders, by founders’ in de markt zet. “Noem het een Tinder voor ervaren investeerders die op zoek zijn naar beloftevolle jonge start-ups.”

Tinder voor ervaren investeerders

“Zowat alle bedrijven die ik ooit heb opgericht, zijn in eerste instantie geboren vanuit een persoonlijk probleem”, begint Wim Derkinderen zijn verhaal. “In het geval van Pitchdrive was dat niet anders. Enerzijds kregen wij heel veel vragen vanuit de markt, van jonge ondernemers die op zoek waren naar hun eerste honderd- of tweehonderdduizend euro.”

“Tegelijk wilden een aantal ervaren ondernemers maar wat graag mee de schouders zetten onder een platform waarop ze hun eigen ervaring én kapitaal ten dienste konden stellen van bevlogen jonge ondernemers die op hun beurt op zoek waren naar durfkapitaal. Noem het een Tinder voor ervaren investeerders die op zoek zijn naar beloftevolle jonge start-ups.”

40 participaties

In dat rijtje ervaren entrepreneurs schoven intussen bekende namen zoals Jonas Dhaenens, Lorenz en Boris Bogaert, Toon Coppens en Luc Verelst mee aan tafel. In totaal stapten al zowat 80 angel investors in Pitchdrive, die jaarlijks een bepaald bedrag te beschikking stellen dat dan gespreid wordt over een hele rist beloftevolle starters. Samen brachten zij intussen al dertig miljoen euro in, waarmee Pitchdrive de komende twee jaar 40 participaties hoopt te doen.

“Aanvankelijk bleef het nog beperkt tot een soort uit de hand gelopen hobby, tot we zelf merkten hoe fijn we het vonden om ambitieuze jonge ondernemers te begeleiden”, blikt Derkinderen terug. “En hoe groot de impact was die we daarmee soms hadden. En dus hebben we al snel beslist om dit gestructureerder aan te pakken en ons ook voltijds in dit avontuur te storten.”

Eigen digitaal platform

Omdat ze uit eigen ervaring maar al te goed wisten dat early stage-investeringen vooral ook een zo breed mogelijke spreiding vragen – in een poging de risico’s zoveel mogelijk te beperken – bouwde Pitchdrive al snel ook een eigen digitaal platform uit. “We krijgen niet enkel massaal veel aanvragen binnen, we gaan ook zelf de markt op om veelbelovende start-ups over heel Europa op te sporen. Maandelijks liggen er gemiddeld zo’n 1.500 nieuwe dossiers op ons bord, waarvan ongeveer 40 procent finaal ook een aanvraag indient. Het is ronduit onmogelijk om die nog allemaal zelf te onderzoeken en te screenen.”

We krijgen niet enkel massaal veel aanvragen binnen, we gaan ook zelf de markt op om veelbelovende start-ups over heel Europa op te sporen

“Daarom maken we gebruik van massaal veel publieke data – denk aan Linkedin of Techcrunch - om dat proces te faciliteren. Op basis daarvan en via onze software analyseren we dan bijvoorbeeld mogelijke synergieën tussen co-founders. Zo ontvangen we scores voor een hele rist parameters die in onze ogen relevant en succesbepalend kunnen zijn. Dit geeft ons dan de handen vrij om ons vervolgens persoonlijk te focussen op enkele tientallen dossiers per maand, die door die eerste screening zijn geraakt. Finaal selecteren we er daaruit dan één of twee waarin we daadwerkelijk geloven en uiteindelijk ook investeren”, legt Verkinderen uit.

(©Klaas De Buysser)

Rode telefoon

Nog maar eens een nieuw fonds dus, terwijl er in Vlaanderen ook nog amper een week voorbijgaat zonder een pitch-sessie, beurs of festival voor start-ups. Moeten we anno 2022 toch niet stilaan spreken van een dubbele wildgroei? Enerzijds te veel jongeren die zich geroepen voelen om mee op die start-up trein te springen, maar anderzijds ook een overvloed aan aan initiatieven, acceleratoren, incubatoren en fondsen om startende ondernemers in Vlaanderen te ondersteunen?

“Wat die fondsen en ondersteunende initiatieven betreft: je kan er in mijn ogen niet genoeg hebben”, vindt Derkinderen. “We hebben toch allemaal min of meer onze eigen focus. Zelf mikken wij voornamelijk op de nog zeer prille starters - met een duidelijke focus op Europa - en dat gaan dan meestal over een financiering van zowat 200.000 euro. De voorbije weken hebben we bijvoorbeeld investeringsdeals gesloten in Berlijn, Londen en Barcelona.”

Zelf mikken wij voornamelijk op de nog zeer prille starters - met een duidelijke focus op Europa - en dat gaan dan meestal over een financiering van zowat 200.000 euro

“Doorgaans gaat het bij ons ook nog over heel jonge ondernemers, die nog echt kneedbaar zijn en waarbij ook onze ervaring en ons netwerk echt voor flink wat toegevoegde waarde kunnen zorgen. Ik denk dat de puur financiële motieven amper meespelen in hun keuze voor ons”, stelt Derkinderen. “Want inderdaad, er zit vandaag veel geld in de markt, en dus ligt onze grootste toegevoegde waarde elders. Wij moeten hen helpen bij de ontwikkeling van hun product: hoe bewaken ze het, hoe schalen ze op, hoe kiezen ze de juiste focus en leggen ze de juiste accenten?”

“En in tweede instantie: waar vinden ze net die mensen die ze nodig hebben en hoe gaan ze de markt op? We fungeren als het ware als hun rode telefoon, dag en nacht bereikbaar, maar daar staat natuurlijk ook wel iets tegenover. Maandelijks verwachten we van onze start-ups een vijftal datapunten. Zo kunnen onze investeerders in realtime de prestaties opvolgen en gaan er tijdig alarmbellen af wanneer de omzet al drie maanden in dalende lijn blijkt te zitten.”

Jürgen Ingels en Wim Derkinderen

Blinkende Rolls Royce

Dat het vandaag misschien net iets té hip geworden is om een eigen bedrijfje uit de grond te stampen en dat de kwaliteit daaronder te lijden heeft, daar kan Wim Derkinderen zich wél in vinden. Al waarschuwt hij ook dat we ons niet mogen blindstaren op het relatief kleine aantal dossiers dat bij Pitchdrive finaal door de trechter raakt.

“Er zijn tal van redenen te bedenken waarom ze het bij ons niet halen, en elders misschien wel. Maar het is vandaag inderdaad cool en heel erg rock & roll om in dat wereldje te zitten, daar moeten we niet flauw over doen. Op zich vind ik die grote visvijver ook geen probleem, maar bepaalde fouten of verkeerde inschattingen zie je wel heel vaak terugkeren. Ze bouwen in hun garage bijvoorbeeld een blinkende Rolls Royce, om dan bij het buitenrijden plots te beseffen dat ze eigenlijk niet meer nodig hadden dan een simpele auto om iemand van A naar B te vervoeren.”

Op zich vind ik zo’n grote visvijver geen probleem, maar bepaalde fouten of verkeerde inschattingen zie je wel heel vaak terugkeren

Veel starters gaan het dus te ver zoeken, en zien het verschil niet tussen een must have en een nice to have”, meent Derkinderen. “Vaak schatten ze ook de aanwezigheid van een complementaire co-founder onvoldoende naar waarde, terwijl zo’n klankbord en de synergie tussen twee of meer oprichters nochtans van onschatbare waarde zijn in de eerste groeifase van een start-up.”

(©Klaas De Buysser)

De loopgraven in

Het start-up landschap mag hier de voorbije jaren dan flink geëvolueerd en toen goede veranderd zijn, toch blijven we op flink wat vlakken achterophinken tegenover de VS maar ook heel wat andere Europese landen. Dan gaat het vaak over de ticket-size, maar net zo goed over waarderingsverwachtingen of over de snelheid van de groei. “Vergelijk het aantal unicorns in België met Nederland of Frankrijk, en je weet voldoende”, zegt Derkinderen.

Je moet die mensen eruit pikken die echt nog met de laarzen de loopgraven in willen, die zich volledig willen gooien. Laat ons de lat op dat vlak vooral niet te laag leggen

“Dit gezegd zijnde, we zijn wel degelijk bezig aan een inhaalbeweging en aan de beschikbaarheid van kapitaal zal het ook niet meer liggen. Het komt er nu vooral op aan om dat geld in de juiste start-ups te investeren, nu de vijver almaar meer vis bevat. Je moet die mensen eruit pikken die echt nog met de laarzen de loopgraven in willen, die zich volledig willen gooien. Laat ons de lat op dat vlak vooral niet te laag leggen.”

“We denken dan misschien wel dat er in Vlaanderen stilaan ook een echte start-up cultuur heerst, in vergelijking met wat we pakweg vijftien jaar geleden in Silicon Valley zagen, maar dan moeten we toch nog wat boterhammetjes eten. Starters hebben hier nog veel te veel de neiging om rond de kerktoren te blijven hangen. Groter durven denken, dat hebben zelfs de Nederlanders of de Duitsers toch nog veel meer in het bloed zitten dan wij.”

“En last but not least: alsmaar meer heeft de krapte op de arbeidsmarkt ook een impact op het start-up landschap. Bepaalde profielen worden heel schaars, en start-ups beschikken uiteraard niet over de financiële speelruimte om hen met waanzinnige salarissen weg te lokken bij scale-ups of de reeds gevestigde bedrijven”, aldus nog Derkinderen.