Start-ups schieten ook in België als paddenstoelen uit de grond. Het gros verdwijnt echter even snel als ze gekomen zijn. Omar Mohout lag zelf aan de basis van drie ondernemingen op en ondervond aan den lijve hoe moeilijk het is om daarin een succesverhaal te schrijven. Vandaag de dag is hij Entrepreneurship Fellow bij Sirris, adviseert hij zowel snelgroeiende start-ups als Fortune 500-bedrijven op C-level niveau, mag hij zich een veelgeprezen auteur en keynote speaker noemen en is hij Professor Groeistrategie aan de Antwerp Management School en Solvay Brussels School of Economics and Management. Kortom: iemand die het Belgische start-uplandschap als zijn broekzak kent.

Stress van het ondernemen

Zijn boek ‘99 Reasons Why Startups Fail’ begon ooit als een ludiek initiatief op Twitter. “Elke dag postte ik één specifieke reden waarom start-ups falen”, vertelt Omar Mohout. “Samen met Carine Lucas, mijn collega bij Agoria, bundelde ik die allemaal in een boek, zodat mensen ervan kunnen leren en niet dezelfde fouten zouden maken.”

Ondertussen bleven de tweets vlotjes van de band rollen en had Mohout alles bij elkaar al een 200-tal redenen aangehaald. Dat hij uit eigen ervaring spreekt, steekt hij niet onder stoelen of banken. “Zelf heb ik zowat elke fout gemaakt die een startend ondernemer kan maken”, geeft Omar Mohout grif toe. “Sinds eind jaren 90 heb ik in totaal drie keer een onderneming mee opgestart, met wisselend succes.”

“In alle eerlijkheid: ik kreeg heel veel stress van ondernemen. Je hebt dag in dag uit die verantwoordelijkheid, elke maand moeten de medewerkers betaald worden, er zijn klachten van ontevreden klanten, je moet ondertussen verder prospecteren, nieuw talent aantrekken terwijl anderen dan weer je bedrijf verlaten, met leveranciers en banken negotiëren, zorgen dat facturen op tijd worden betaald,... Vandaag ben ik geen ondernemer meer, waardoor ik ook geen stress meer heb, ook al werk ik nog steeds 7 dagen op 7.”

Snelste groeicurve

“Zelf heb ik bijvoorbeeld ooit borg gestaan voor een lening van mijn bedrijf. Dat is niet aan te raden, wegens te risicovol. In de techwereld is de assumptie vaak: ‘Ik maak vandaag een app en tussen nu en het einde van het jaar ga ik geld ophalen.’ Niets is minder waar. In België duurt het doorgaans drie tot vijf jaar voor je een Serie A-kapitaalronde kan doen. Dus moet je eerst die valley of death weten te overleven, liefst met betalende klanten. Geloof me, drie jaar is een lange periode om te overbruggen.”

Het optimisme is vaak misplaatst. Wanneer ik aan ondernemers vraag of ze eraan begonnen waren indien ze op voorhand wisten waar ze vandaag zouden staan, is het antwoord vaak neen

“Dat optimisme is dus vaak misplaatst. Wanneer ik aan ondernemers vraag of ze eraan begonnen waren indien ze op voorhand wisten waar ze vandaag zouden staan, is het antwoord vaak neen. Gelukkig weten we het dus niet op voorhand, je moet wat naïef zijn. En toch is ondernemerschap iets wat ik ook mijn kinderen zou aanraden, omdat het de snelste persoonlijke groeicurve is die ik ken voor ambitieuze mensen.”

99 Reasons Why Startups Fail

Hoewel elk verhaal anders is, zijn er wel bepaalde zaken die Mohout vaak ziet terugkomen. “Veel mensen vergeten het probleem dat ze willen oplossen eerst en vooral goed te framen. Ze zitten met iets, komen op een idee en gaan daar meteen mee aan de slag. Helemaal fout natuurlijk, want je moet eerst heel duidelijk de behoefte in kaart brengen. Wat is het probleem nu juist? Is daar een markt voor? Wie omgekeerd te werk gaat, komt vaak met een zeer mooie oplossing op de proppen voor een probleem dat niet blijkt te bestaan.”

Daarnaast is het ook eigen aan ondernemers om het heft altijd in eigen handen te nemen.”Als ondernemer wil je natuurlijk zelf ondernemen, maar het is toch enorm belangrijk dat je jezelf laat bijstaan door mensen die weten wat het allemaal inhoudt. Een klankbord is noodzakelijk”, benadrukt Mohout. “Als ik ooit één kapitale fout gemaakt heb, dan is het wel om geen adviesraad samen te stellen”, vult hij aan.

Ondernemen wordt makkelijker

Vandaag de dag is ondernemen heel wat eenvoudiger dan pakweg een decennium geleden. “Zes jaar terug was er amper een ecosysteem”, herinnert Mohout zich. “Vandaag is dat er gelukkig wel, waardoor je er als ondernemer niet alleen voor staat. Zo kan je rekenen op funding en heel wat events, missies, opleidingen, ondersteuning en experts die je verder kunnen helpen. Met andere woorden: de drempel om te ondernemen is een pak lager geworden.”

Of de slinger in de andere richting is overgeslagen en de drempel nu ineens té laag ligt? Mohout vindt alvast van niet. “Die drempel kan volgens mij niet laag genoeg zijn. Toen ik afstudeerde, wist ik namelijk niet dat ondernemen een optie was. Ik dacht dat dit enkel weggelegd was voor kinderen van zelfstandigen. Daarom vind ik het belangrijk dat mensen die nu afstuderen, weten dat ondernemen een ernstig te overwegen optie is.

Al beseft hij ook dat ondernemer worden niet voor iedereen de juiste keuze is. “Niet elke persoon is geschikt om te ondernemen, maar het is wel een mogelijkheid die je op z'n minst in overweging moet nemen.”

De driehoek Brussel-Antwerpen-Gent

“Meer dan 60% van de Belgische ondernemingen bevindt zich in Vlaanderen. Dat geldt ook voor start-ups en scale-ups”, weet de voormalige tech ondernemer ons te vertellen. “Dat er minder ondernemingen in Wallonië zijn, is inherent aan de economische activiteit aldaar. In Wallonië zijn er ook minder grote steden.”

Een logische verklaring, als je weet dat ook in Vlaanderen de meeste start-ups in de grote steden terug te vinden zijn. “De geografische zwaartepunten liggen overduidelijk in Brussel, Antwerpen en Gent. Er is dus zeker sprake van een correlatie tussen de omvang van een stad en het aantal innovatieve, jonge bedrijven.”

Toch gaat dit principe niet altijd op. “Brussel is de grootste stad, dus het hoeft niet te verbazen dat hier de meeste bedrijven gevestigd zijn. Gent daarentegen is maar half zo groot als Antwerpen, en toch zitten er evenveel digitale ondernemingen”, duidt Mohout. “Dat kunnen we toeschrijven aan enkele initiatieven die het verschil gemaakt hebben. Zo bracht het Gentse bedrijf Netlog een hele generatie aan ambitieuze tech ondernemers zoals de oprichters van Showpad voort. Hier zijn tot wel vijftig bedrijven uit voortgevloeid. De Arteveldestad is dus een mooi voorbeeld van een ecosysteem dat bottom-up is gegroeid vanuit de ondernemers zelf.”

Vlaanderen is Silicon Valley niet

Als het over ondernemen gaat, wordt Silicon Valley al snel als grote voorbeeld aanzien. “Het is de meest creatieve en innovatieve regio van de wereld. Silicon Valley is ook uniek, dus proberen nabootsen wat hier gebeurt, heeft geen zin. Het is even onzinnig als zou je Hollywood hier proberen kopiëren omdat we enkele filmsuccessen hebben”, zegt Mohout overtuigd. “Wat we in Vlaanderen wél moeten doen, is kijken naar ons eigen DNA. Dan zie je al snel dat we hier met een B2B-ecosysteem te maken hebben. Tweederde van onze ondernemingen werkt B2B, terwijl dat in Silicon Valley volledig omgekeerd is. Anderzijds is in België de gezondheidszorg erg goed uitgebouwd, waardoor inzetten op bijvoorbeeld digital health een veel betere keuze is dan het klakkeloos kopiëren van een andere regio. Idem dito voor onze maakindustrie, die floreert in Vlaanderen.”

Een andere reden waarom we Vlaanderen nooit mogen vergelijken met Silicon Valley, is het immense verschil in kapitaal. “In België moeten bedrijven het stellen met bescheiden bedragen. De afgelopen 30 jaar was er sprake van € 4 miljard funding in digitale bedrijven, terwijl we enkel al bij Uber over € 30 miljard kunnen spreken”, vertelt Mohout. “Het zet de dingen in perspectief. Toch komen er ook bij ons steeds meer middelen vrij en is B2B bovendien een stuk minder kapitaalintensief dan B2C.”

Kmo’s moeten inzetten op corporate venturing

Om als start-up succes te boeken en in een later stadium te evolueren naar een scale-up, heb je heel wat financiële middelen nodig. Gezien de bescheiden budgetten in België, is geld ophalen buiten de landsgrenzen bijna onvermijdelijk. Of is er toch nog een andere optie? Jazeker, en die heet corporate venturing. “Momenteel zijn vooral de grote bedrijven bezig met corporate venturing, waarbij een gevestigde organisatie de samenwerking met een start-up aangaat. Toch zijn het vooral de kmo’s in België die daar aandacht aan zouden moeten besteden”, vindt Mohout.

De meerderheid van de bedrijven in Vlaanderen zijn kmo’s. Deze vormen als het ware de ruggengraat van onze economie. “Alleen zijn zij dikwijls digitaal niet zo sterk, waardoor ze het gevaar lopen de boot van digitale transformatie te missen”, waarschuwt Omar Mohout. “Aangezien een start-up net heel sterk is op digitaal vlak, is dit een enorm voordeel dat kmo’s uit corporate venturing kunnen halen. Start-ups daarentegen hebben niet de financiële middelen noch de schaalgrootte die een kmo heeft en gebruiken op hun beurt deze samenwerking als een hefboom om zelf te groeien. De combinatie van een innovatieve start-up en een kmo die de markt kent en middelen heeft, is dus het perfecte huwelijk.”

Sociaal ondernemen in de lift

Er staat een nieuwe generatie ondernemers klaar en dat brengt enkele verschuivingen met zich mee. “Het draait niet alleen meer om ondernemen, maar ook om impact maken. Klimaat is belangrijk, net als gezondheid en welzijn, terwijl geld verdienen als doel minder belangrijk wordt. Dat resulteert in een groei binnen sociaal ondernemen. De maatschappij beter achterlaten en echt het verschil maken, daar draait het om.”

Of hij ons, bij wijze van afsluiter, al kan vertellen waarover zijn volgende boek zal gaan? “Momenteel vind ik twee zaken erg belangrijk. Enerzijds hoe we data kunnen valoriseren en anderzijds sociaal ondernemerschap, hoe maak je als impactvolle onderneming het verschil in deze maatschappij. Die laatste schrijf ik met duizendpoot Kaat Peeters als co-auteur.” Boeken om naar uit te kijken dus, al zullen we daarvoor nog geduld moeten hebben tot het voorjaar van 2020.