Na een zoveelste deuk in onze ideologie van de vrije markt door de reeks corporate bailouts in COVID-19-crisis wordt het hoog tijd om de fundamenten van onze economie te herzien. Verrassend genoeg kunnen we ons daarbij laten inspireren door de invoering van een budgetplafond in de Formule 1, als pleidooi voor het feit dat we het kapitalisme dringend moeten moderniseren.

Met als doel om de sport interessanter te maken voor zowel teams als fans heeft de Formule 1 besloten om in 2021 een budgetplafond van 145 miljoen euro per team te introduceren. Hiermee hopen zij teamprestaties los te koppelen van teambudget en zodoende een meer gelijke en spannende race te krijgen met een hernieuwde focus op inventiviteit van de ingenieurs en talent van de coureurs. Deze economische ingreep voelt wellicht als een kleine aanpassing, maar in werkelijkheid mogen we stiekem hopen hiermee een glimp op te vangen van een nieuwe economische werkelijkheid.

Economisch schoon schip maken

De verandering met intrede van de budgetplafond is in essentie de herverdeling en decentralisatie van het kapitaal binnen het ‘ecosysteem’ van Formule 1. In het oude systeem konden de teams met het grootste sponsorbudget de beste coureurs en ingenieurs aantrekken en daarmee standaard de hoogste posities in de race opeisen. Hoewel we dit in de alledaagse economie zouden zien als gezonde competitie met marktaandeel als parameter, heeft de centralisatie van kapitaal in de Formule 1 markt een ongewenst neveneffect: saaie en voorspelbare races.

Het visionair leiderschap van Formule 1 heeft een dappere stap genomen in het creëren van deze nieuwe artificiële en utilitaristisch economische regel. De huidige ‘winnaars’ zullen zich wellicht op het eerste gezicht benadeeld voelen door de regel maar - zoals een van de huidige winnaars heeft geuit - is het ook een zegen om economisch schoon schip te maken. Dure ego’s die louter teren op status en naam moeten plaatsruimen voor individuen die bijdragen aan de productiviteit. Er zal een hernieuwde focus komen op het operationeel samenwerken en cultiveren van talent bij de coureurs. Ook de sponsors zullen meer op basis van strategische meerwaarde gekozen moeten worden, in plaats van de grootte van hun budget.

Het budgetplafond van de Formule 1 is een bijna perfecte benchmark om te gebruiken bij het inbeelden van de toekomst van onze huidige economie. De versnelling in efficiëntie door digitalisering en automatisering in bijna alle industrieën leidt tot een enkele winners markt. In essentie zijn dit monopolies die nagenoeg een sociale staat nabootsen; wat ironisch genoeg indruist tegen de vrije markt-ideologie.

Er is maar één Amazon, één Facebook en één Uber en dat leidt tot een ‘saaie race’ die - net zoals bij de Formule 1 - toe is aan modernisering middels de introductie van democratiserende en decentraliserende utilitaristische spelregels. Niet om de goed draaiende bedrijven van nu te straffen maar zodat wij, de ‘fans’ van kapitalistisch consumentisme, meer kunnen genieten van de race in ondernemerschap, carrière én sociale status.

Betere balans tussen marktspelers

De uitdaging is dat de moderne monopolistische organisaties op globale schaal gretig gebruik maken van trage en gepolariseerde nationale overheden. Voor zowel bedrijven, aandeelhouders als individuen zijn dit de perfecte omstandigheden om zonder limieten marktaandeel te vergaren en daarmee ook welvaart en invloed te vergroten.

In tegenstelling tot de open markt, heeft Formule 1 een governance structuur opgezet die het ecosysteem (de combinatie van alle bedrijven en individuen in het racecircuit) aanstuurt om zo het hoger doel (spannende races) van de fans te garanderen. Het hebben van een hoger doel zorgt er dus voor dat korte termijn egocentrisch denken van bedrijf en individu natuurlijk meer tegenwicht krijgt van lange termijn utilitaristisch denken ten behoeve van het ecosysteem. Een economie gebaseerd op ecosystemen zou dus tot een betere balans kunnen leiden tussen de spelers in de markt door de interafhankelijkheid in het realiseren van het hogere doel.

‘Fans’ van het land

Een budgetplafond zou interessant zijn om te overwegen voor individuen (stel je voor: een wereld waarin mensen die een vermogen van meer dan 100 miljoen euro bereiken, krijgen een trofee voor ‘winnaar in het kapitalisme’ en moeten vanaf dan iedere euro meer herinvesteren in bijvoorbeeld cultuur, wetenschap of journalistiek). Maar voor bedrijven in een vrije markt zou dit simpelweg niet of zelfs averechts werken.

Waar het ecosysteem hogere doel van Formule 1 duidelijk is, zijn de ecosystemen in onze huidige economie veel ambivalenter. Dit, bovenop het feit dat geen enkele nationale overheid wetten zou willen introduceren die grote bijdragers tot het BBP kunnen wegjagen. Bovendien zijn internationale organisaties momenteel te druk bezig met meer fundamentele humanistische wetten en handhaving.

Gelukkig voor ons lijkt een ecosysteem-gedreven economie een natuurlijk proces te zijn dat zich in het verleden al heeft bewezen. Denk bijvoorbeeld aan wat er gebeurde bij de eerste grote spelers in de distributie van water, elektriciteit, telefoon en internet. Eerst was de markt volledig open, even later compleet verzadigd, gevolgd door een reeks samensmeltingen van spelers en uiteindelijk werden ze zo groot (en essentieel voor de bevolking beschouwd) dat ze voor een groot deel werden genationaliseerd en/of opgebroken en in kleine gereguleerde ‘vrije’ markten geplaatst. Een utilitaristische keuze van de overheid om ons als consumenten (of ‘fans’ van het land) te beschermen van een monopolistische markt.

Het hogere doel

Onbewust zijn de huidige moderne monopolistische corporates op eenzelfde manier de infrastructuur aan het leggen om na opbreking een nieuwe ecosysteem te initiëren met nieuwe spelers. Neem bijvoorbeeld wat (hoogstwaarschijnlijk) binnenkort bij Amazon zal gebeuren. De Amerikaanse e-commercereus zal zijn distributienetwerk moeten loskoppelen van het vervaardigen en verkopen van hun eigen producten. Dit zal het ecosysteem rondom hun infrastructuur openstellen aan meer spelers en daarmee ook meer ‘winnaars’. Winsten, productie en macht zal daardoor gedecentraliseerd en gedemocratiseerd worden en Amazon is nog maar het begin.

In de zoektocht naar een meer duurzaam economisch alternatief dat zowel mens als planeet respecteert, moeten we dus het fundament waarop ons economisch systeem is gebouwd grondig herbekijken

In de zoektocht naar een meer duurzaam economisch alternatief dat zowel mens als planeet respecteert, moeten we dus het fundament waarop ons economisch systeem is gebouwd grondig herbekijken. Wat is gezonde groei? Hoe vrij mogen onze markten zijn? En welke impact trade-offs mogen er gemaakt worden door individuen en organisaties zonder toezicht of regelgeving?

In het antwoord moeten we de vrije markt drijvers van vooruitgang waarborgen en balanceren met moderne utilitaristische of ‘ecosysteem gedreven’ kaders. Door bedrijven te stimuleren om samen te werken én tegelijkertijd competitief te blijven, waarborg je de positieve kanten van een vrije markt, maar met respect voor het ‘hogere doel’ van het ecosysteem.

Nieuwe financiële constructies overwegen

Het vinden van een hoger doel is wellicht makkelijker dan je denkt: Wie zijn de ‘fans’ van het spel waar je bedrijf in meespeelt? En wie consumeert uiteindelijk het product van je ecosysteem en wie heb je in je ketens nodig om dit interessant en spannend te maken?

Wanneer het helder is waarvoor de spelers (bedrijven) mee in het ‘spel’ zitten, kan er gekeken worden naar factoren die het spel interessanter zouden kunnen maken voor de fans. Hoogstwaarschijnlijk moeten daarvoor meerdere bedrijven in de keten zich aanpassen en een investering maken en dit is de perfecte reden om nieuwe financiële constructies te overwegen. Zodoende profiteren de bedrijven samen van de investering in een beter spel en wordt ook de fan (consument) en diens noden hierin centraal gezet. Grootschalige en radicale innovaties die voor een win-win-win situatie zorgen.

De focus van het Formule 1 leiderschap op de fans zou ons dus zomaar de weg kunnen tonen naar een meer utilitaristische en humane economie met meer spannende races en diversiteit in winnaars. Iets waar wij als maatschappij maar al te graag fan van zouden willen worden.