Ze was aan haar studies Rechten begonnen, maar vlak voor de start van het tweede jaar koos Virginie Morobé voor de modewereld. Een carrièreswitch die voor de buitenwereld bijna niet extremer kan, maar voor de Gentse onderneemster zelf was het niet meer dan logisch. “Mijn moeder baatte een kledingwinkel uit, waardoor ik van kinds af ben ondergedompeld in de modewereld. Vooral schoenen fascineerden mij toen al, en de liefde is alleen maar groter geworden.” Vandaag legt ze haar ziel in de ontwerpen van Morobé, haar eigen schoenenmerk waarmee ze ook internationaal wil doorbreken. “Ik zou heel graag de wereld veroveren met Morobé. Dat is al van dag één mijn ambitie.”

Liefde voor schoenen

Een vakantiejob als hostess op een beurs voor een schoenenmerk heeft haar doen beseffen dat ze niet alleen een grote liefde heeft voor schoenen, maar eveneens het natuurtalent om die ook verkocht te krijgen. “Op die beurs voelde ik me plots in mijn natuurlijke habitat. Het voelde als thuiskomen”, vertelt Virginie Morobé.

“De mensen van dat schoenenmerk moeten dat ook gemerkt hebben, want ze hebben me nadien gevraagd of ik niet bij hen de sales wou komen doen. Natuurlijk wou ik dat, maar ik moest nog aan mijn ouders uitgelegd krijgen dat hun 19-jarige dochter haar rechtenstudies ging stopzetten om voor een schoenenmerk te gaan werken (lacht).”

Lang heeft Morobé niet moeten zoeken naar de juiste woorden om haar ouders te overtuigen. “Ik zat op mijn plaats in die wereld, ik was ervoor geboren. Dat voelde ik met elke vezel in mijn lijf. Een heel raar gevoel, maar het was precies dat gevoel waardoor mijn ouders mijn beslissing begrepen”, vertelt ze.

De perfecte leerschool

Morobé werd steeds meer betrokken bij de creatie van de nieuwe collecties van het schoenenmerk tot ze uiteindelijk op 26-jarige leeftijd de rol van ontwerper mocht overnemen. “Ik bezit geen diploma van een moderichting, maar heb wel jarenlang de meest intensieve opleiding gehad door het gewoon te doen. Ik ben van in het begin meegegaan naar designstudio’s in Italië en fabrikanten in Spanje, bijvoorbeeld. Ik heb héél snel geleerd hoe het productieproces in elkaar zit, hoe je een stukje van jezelf in het ontwerp kan leggen.”

Ik bezit geen diploma van een moderichting, maar heb wel jarenlang de meest intensieve opleiding gehad door het gewoon te doen

De perfect leerschool om in 2012 uiteindelijk haar eigen merk op te starten, samen met een vennoot. Een merk dat nu nog voortleeft, maar waar Virginie Morobé in 2014 de aandelen van heeft verkocht. “Je evolueert als mens - je visie verandert, je benadert sommige dingen anders dan ervoor. Ik voelde mezelf niet meer binnen dat merk. Het was niet ik die in dat merk zat. En ik wou niet voor de rest van mijn leven iets creëren waar ik mezelf niet kon in zijn”, klinkt het.

Morobé zat op dat moment al twintig jaar in de schoenenwereld, maar na de verkoop van haar aandelen had ze even een break nodig om alles eens op een rijtje te zetten. “David (Damman, haar echtgenoot; nvdr) en ik waren toen net ons huis aan het verbouwen, dus ik heb dan maar zes maanden lang het petje van werfleider gedragen”, lacht ze. Tot haar echtgenoot zei dat ze haar aangeboren talent voor design niet zomaar mocht laten liggen. “Hij vond het zonde dat ik er niets meer zou mee doen. Hij heeft me de duw gegeven om opnieuw te beginnen. Samen hebben we dan uiteindelijk in 2015 Morobé gecreëerd.”

De ziel van Morobé vinden

Het schoenenmerk Morobé draagt niet alleen haar naam, maar ook haar ziel. “Het is alles wat ik ben. Er is geen schoen in die collectie die niet bij mij past”, zegt ze gepassioneerd. Comfortabel, kwaliteitsvol, maar allesbehalve saai. De schoenen springen in het oog, ze vallen op. Wie iets van schoenen kent, haalt een Morobé er zo uit. Ze zijn klassiek en toch weer helemaal niet. “Ze zijn voor vrouwen met een sterke persoonlijkheid en een sterke visie op stijl en mode”, verwoordt Morobé het nog.

Het is de laatste drie jaar makkelijker om te bepalen wat we doen en wat niet, omdat het ook voor ons duidelijker is wie we zijn en wie niet

Maar de kenmerkende schoenen die ze intussen zijn geworden, zijn er uiteraard niet vanzelf gekomen. “We hadden al snel een visie over hoe ons merk er zou uitzien”, vertelt Morobé. “De branding zat heel duidelijk in ons hoofd. We wisten dus hoe we op dat vlak Morobé konden worden. Maar hoe word je op vlak van schoenen Morobé? Dat was voor mij moeilijk. Je mag niet vergeten dat ik al twintig jaar bagage met me meedroeg van andere merken, dat kan je niet zomaar van je afschudden. Het was even zoeken naar hoe ik nu een schoen kon creëren die echt gewoon puur Morobé was en niets anders.”

Morobé geeft toe dat het even heeft geduurd alvorens ze die bagage heeft kunnen neerzetten en de ziel van haar merk heeft gevonden. “We zijn intussen zes jaar bezig en nu is het duidelijk: dit zijn wij, dit is Morobé. Als ik een schoen ontwerp waarvan ik het niet helemaal voel, dan gaat die niet in productie. Het is de laatste drie jaar makkelijker om te bepalen wat we doen en wat niet, omdat het ook voor ons duidelijker is wie we zijn en wie niet.”

“Fuck it”

Een parcours van zoeken, vallen en opstaan, groeipijnen en af en toe eens serieus vloeken - ook Virginie Morobé is niet gespaard gebleven van de typische ups and downs van het ondernemen. “Elke week is het wel iets”, lacht ze. “Vooral in die eerste drie jaar komt er zoveel op je af. Maar ondernemen is ook heel veerkrachtig zijn. Een succesvolle ondernemer kan de ene dag een slecht gevoel hebben en de volgende dag opstaan met herwonnen moed.”

Heeft ze ooit gedacht aan stoppen? “Natuurlijk!”, klinkt het. “Ik heb dagen gehad dat ik echt dacht ‘fuck it, ik ga wel werken voor een baas’. Maar uiteindelijk vond ik toch wel altijd terug die veerkracht en dat doorzettingsvermogen om te blijven duwen, stampen en trekken aan het ondernemersverhaal van Morobé. Iedereen heeft wel iets in zich waardoor hij elke dag opnieuw kan doorzetten - bij mij is dat sport. Een uurtje per dag sporten en ik kan er weer tegenaan.”

Een groot risico

Het is ongetwijfeld die veerkracht en haar doorzettingsvermogen dat ervoor heeft gezorgd dat ze een andere koers is durven inslaan op vlak van verkoopstrategie. “We hebben vier jaar lang doelgericht gezocht naar zoveel mogelijk winkels die onze collectie wouden verkopen. Maar dat voelde al lang niet meer goed. Het hele idee van wholesale past niet meer bij waar David en ik vinden dat de modewereld moet naartoe gaan. Aan het begin van de eerste lockdown hebben we de tijd genomen om onze strategie te herbekijken.”

Het resultaat van die denkoefening? Van 40 fysieke verkooppunten naar slechts 10 én een sterker online verhaal. “Dat was een serieus risico, maar het heeft geloond. Wij zijn afgelopen jaar verdubbeld in omzet. Onze schoenen zijn exclusiever geworden hé. Je kan ze enkel in die tien winkels kopen of online, en als ze zijn uitverkocht, komen ze niet meer terug in stock want wij doen niet aan massaproductie.”

Processed with VSCO with a2 preset
Virginie Morobé met haar echtgenoot David Damman

De wereld veroveren

Nu het risico heeft geloond, is versterking in het team een volgende grote stap voor Virginie Morobé. “We werken nu vooral met freelancers, maar ik voel dat het tijd is voor een vaste medewerker”. De onderneemster ziet de toekomst van haar merk dan ook groots: “Ik zou heel graag de wereld veroveren met Morobé. Dat is al van dag één mijn ambitie”, zegt ze zonder verpinken.

Ik zou heel graag de wereld veroveren met Morobé. Dat is al van dag één mijn ambitie

“Ik weet dat het een grote ambitie is en dat er veel voor nodig is. Maar als ik zie hoe de Belgische, Nederlandse en Duitse markt reageren op onze schoenen dan heb ik er veel vertrouwen in dat het zal lukken. Wij hebben een merk en een type product dat bij heel veel vrouwen aanslaat. Zowel oma, als mama, als kleindochter komen bij ons schoenen kopen omdat ze niet alleen stijlvol maar ook comfortabel zijn.”

De komende twee jaar staat de verdere internationalisering van Morobé dus op de roadmap. Virginie Morobé kijkt er naar uit, want “onze brand is gemaakt voor het internationale pad”, zegt ze. “En mag ik eerlijk zijn? Ik ook. De Benelux is te klein voor mij als mens, ik wil verder gaan dan dat, ik wil grotere dingen ondernemen.”