©Sixshooter

Stand-up comedian, podcaster en zanger, Alex Agnew. In zijn heerlijk Antwerps taaltje neemt hij ons mee in zijn verhaal. Er zit meer in hem dan enkel de comedian: Alex Agnew is vader, partner, bruine band in karate, maar ook laatbloeier, ongelukkig in zijn hoofd en een buitenbeentje. Gek van comics en ‘proud te be loud’, maar nu effe rustig bij Karen Van der AA. Daar verraadt hij al snel zijn leeftijd als het gaat over volwassen worden en video’s afhalen in de videotheek.

Hij is de zoon van een Engelse vader en een Vlaamse moeder, 50 jaar, speelde 12 keer een uitverkochte show in het Sportpaleis en maakt daarnaast podcasts. Hij is de eerste Belgische winnaar van het Leids Cabaret Festival. Hij ging van Comedy Café via Bourla Schouwburg en andere theaters naar het Sportpaleis. In zijn eigen podcasts ‘Welcome to the AA’ kan hij zijn serieuze kant kwijt, waar hij zijn fascinatie voor mensen toont. Zoals hij zelf zegt, zit stand-up comedy in zijn bloed. ‘I was born able to play’, klinkt het. Alexander is zijn naam, maar Alex past beter bij hem. Hij houdt van de antagonist in verhalen, niet in het minst omdat ze net zoals hem geen regels kennen. En toegegeven, eigenlijk is hij ook wel een beetje de ‘bad guy’. Van gefragmenteerde granaat naar precisieraket, aanschouw het leven van Alex Agnew.

Jobeer

Als 11-jarige zag hij Eddy Murphy in een tv-show, en vanaf toen wist hij het: “Dat wil ik ook doen”. Aan comedy doen als een rockster. Alex was een wild kind dat eigenlijk goed wist wat hij wilde, maar zijn vader en de omstandigheden beslisten anders. Op zijn 21ste was hij al aan het werk in de Vlaamse Opera. Hij deed er alles wat niet te maken had met kaartenverkoop. “Je kan geen succes hebben als je geen jobeer hebt”, vertelt hij. “Je moet de simpelste job ook perfect doen, zo simpel is het.” Hij heeft er altijd graag gewerkt, in de Opera, maar voelde dat er voor hem een andere weg was. Zijn interesse in comics en acteren moest hij kwijt.

V.l.n.r.: Britt Van den Bergh, Karen Van der Aa en Alex Agnew

Wat wil je later worden?

Die vraag kreeg hij als jongeling van een leraar. “Acteur of zo” antwoordde hij. De leraar had zijn repliek klaar en die was niet zo positief. Jaren later kreeg Agnew daarvoor diens excuses aangeboden. “Omdat hij besefte dat ik niet met m’n kop in de wolken liep zoals hij toen wel beweerde. Sommige mensen hebben een giga-levensplan en komen zichzelf ergens onderweg megahard tegen”, aldus Alex.

Maar zelf heeft hij geen plan, nooit gehad. Hij vertrekt steevast vanuit zijn buikgevoel. Weten wat je wilt. Op die manier deed hij twee keer auditie bij Herman Teirlinck. De eerste keer deed hij wat ze wilden zien en was hij niet geslaagd. De tweede keer deed hij wat hij zelf wilde tonen, 100% vanuit zichzelf. En het succes was navenant. En toch. Toch is hij er niet aan begonnen, aan de Studio, want daar zeiden ze zelf dat zijn talent niet aan hun besteed was. Ze zouden hem vervormen, klonk het. Die 6 minuten auditie waren het begin van zijn eerste show.

Crazy as hell

“Een halfuur spreken voor mensen die je niet kent, da’s ‘scary as hell’, zegt Alex Agnew, ietwat verrassend uit z’n mond. “Na vier keer had ik mijn stem gevonden. Dat is sneller dan de meeste comedians.” Ook al was hij een laatbloeier, hij wist snel en vroeg wat hij moest doen: spreken over zijn interesses en niet wat hij denkt dat de mensen willen horen. Humor gaat voor Alex daarom ook over herkenning. “We zijn niet uniek in onze gevoelens en wat we meemaken. Mijn eerste keer dat de zaal ontplofte had ik zoiets van ‘wat was dat?’ Maar daarna klikte alles op zijn plaats. Dit was en is wie ik ben.”

Karen Van der Aa en Alex Agnew - ©Sixshooter

Geen grootspraak

‘s Middags geboekt staan als er niemand aanwezig is, het kan een tegenslag zijn, maar voor Alex was het de start van zijn professionele carrière. Tijdens Spotnight Bourla zei hij: “Volgend jaar ben ik hier de headliner”. Het was geen grootspraak, want na het winnen van het Leids Cabaret Festival was het zover.

Zijn eerste show Kaboom kwam er tegelijkertijd met een TV optreden. “Ik had toen het momentum te pakken en was vertrokken. Het zinnetje ‘right time, right place’ is voor mij helemaal op z’n plaats.”

Stress op het podium heeft hij dan ook niet, al was het maar omdat hij het podium als z’n tweede thuis ervaart. Hij weet dat hij op dat moment de avond van de mensen in handen heeft. “En hoe beter je wordt, hoe meer invloed je hebt op je publiek. Dat gevoel is fantastisch”, zegt hij. Belangrijk voor Alex: de lat moet altijd hoog liggen. “Je mag niet je eerste grap behouden en herkauwen. Je hebt een eindeloze nieuwsgierigheid nodig.”

“Chill een beetje”

Falen hoort bij het leven, zegt Alex. En hij kan het weten. Spelen op Werchter was voor hem geen succes. Daar kan hij naar eigen zeggen allerlei redenen voor verzinnen, maar hij doet het niet. “Je moet kunnen winnen als een kampioen, maar ook goed kunnen verliezen is een sterkte.”

Maar troost je, het Sportpaleis plat spelen kan hij zeer zeker als geen ander. En er is nog zoveel dat hij wil doen. Ouder worden, vindt hij dan ook moeilijk. “Er zijn geen onbegrensde mogelijkheden meer”, aldus Alex. “Nochtans is het leven als een evolutie. Je stroomt als vanzelf mee met wat er nu bij je past. En intussen is het de uitdaging om bewust te blijven van het bestaan van andere werelden dan deze waarin je zelf leeft en vertoeft. Dat is belangrijk,.”

Zijn advies aan anderen? “Chill een beetje, neem het leven niet te serieus. Gelukkig zijn, is de momenten pakken en die beleven. Beseffen wat je hebt, al is het op dat moment maar heel klein.”

Het integrale podcastinterview met Alex Agnew beluisteren? Dat kan hieronder.