Heeft onze industrie nog een toekomst in Vlaanderen? Volgens Flanders Make, strategisch onderzoekscentrum voor de industrie, zeker wel. “Door beter in te spelen op specifieke wensen van de klant, boek je zeker succes.”

Koppeling tussen concept en productie

“Vroeger dacht men vaak dat de industrie weinig welvaart bracht, en dat het daarom geen groot probleem was als die wegtrok naar zogenaamde lagelonenlanden”, zegt Walter Driesen, manager Core Lab Productions bij Flanders Make. “Het idee was dat vooral de achterliggende intelligentie – het bedenken en ontwerpen – toegevoegde waarde had.

Dat klopt absoluut niet: als samenleving moet je net variatie hebben in het soort jobs om welvaart te creëren. Bovendien is het veel minder efficiënt om iets hier te bedenken en elders te produceren. Door het volledige proces hier te houden blijft de koppeling tussen concept en productie bestaan en kan je de hele keten beter optimaliseren. Ook co-design, waarbij je de klant betrekt bij het ontwerpproces, is dan mogelijk.”

Walter Driesen, manager Core Lab Productions bij Flanders Make

Maatwerk

Zo’n aanpak is volgens Driesen bij uitstek geschikt voor complexe producten. “Hoe eenvoudiger het product, hoe moeilijker om de productie in Vlaanderen te houden”, stelt hij. “We staan nu eenmaal minder sterk in loonkosten dus die match verliezen we. Vandaar dat we vooral moeten differentiëren.

Hoe eenvoudiger het product, hoe moeilijker om de productie in Vlaanderen te houden

De fysieke nabijheid is zeker een troef als je ook figuurlijk dicht bij de klant wil staan om te overleggen en te begrijpen wat hij nodig heeft. Daarnaast moeten we het maximale halen uit de opleidingsgraad van onze ingenieurs en operatoren. Die twee troeven – nabijheid en opleidingsniveau – maken maatwerk of ‘customisation’ mogelijk. Klanten willen niet langer een massaproduct dus als producent heb je er alle belang bij om daar rekening mee te houden.”

Automatiseren waar het kan

Moet de industrie dan volledig à la carte gaan werken? Dat is uiteraard ook niet haalbaar. “Onze stelling is dat je het verschil maakt door de graad van specialisatie en maatwerk”, verklaart Tom Munters, CTO en Cluster Manager Flexible Assembly bij Flanders Make. “Maar dat moet je wel zoveel mogelijk inbouwen in je productieprocessen.”

Als bedrijf maak je het verschil door de graad van specialisatie en maatwerk

Als bedrijf moet je dus gaan kijken hoe en waar je kan automatiseren. Wat houd je standaard en waar kan je op maat werken? “Dat noemen we ‘mass customisation’, legt Tom Munters uit. “Een deel van het proces verloopt via massaproductie om de kosten te beperken en daarnaast maak je ook maatwerk mogelijk.”

Mass customisation

Die trend van ‘mass customisation’ is in feite de omgekeerde beweging van een eerdere evolutie. Tom Munters: “Ooit was alles maatwerk. Van kleren en voeding tot meubels – alles werd ambachtelijk en zeer lokaal gemaakt. Daarna kwam er door de industrialisering meer en meer massaproductie. En nu gaan we terug naar meer personalisatie. Opvallend is dat ook die evolutie gedreven is door technologie.”

Bij ‘mass customisation’ - productie in kleine series met veel variatie - gaat het duidelijk niet over de terugkeer naar het puur ambachtelijke – hoewel dat bij consumenten ook een actuele trend is. “Wij hebben het over de ‘customisatie’ die nu mogelijk is dankzij de beschikbaarheid van nieuwe technologische middelen zoals 3D-printers. Daardoor kan je maakprocessen nu op een andere manier inrichten en hoef je niet langer alleen op massaproductie te mikken.”

Tom Munters, CTO en Cluster Manager Flexible Assembly bij Flanders Make

Het juiste evenwicht

Een voorbeeld: in het begin van vorige eeuw waren alle auto’s zwart omdat het niet mogelijk was om verschillende kleuren door elkaar te produceren. Nu zijn er veel meer opties wanneer je een nieuwe auto koopt, maar toch blijft het een massaproduct.

Soms kan personalisatie heel ver gaan”, voegt Walter Driesen toe. “Zo is Vlaanderen wereldwijd bekend om zijn weefmachines: een heel complex product, maar ze worden toch op maat gemaakt. Elke machine is anders door de vele opties die de klant krijgt. Daarbij moet je ervoor zorgen dat je niet vijf keer zo duur bent als je concurrent.

Ook al zijn de machines van concurrenten van veel mindere kwaliteit, als het prijsverschil heel groot is, zullen klanten liever telkens een nieuwe, goedkopere machine nemen. Je moet dus het juiste evenwicht vinden tussen kostprijs en de kwaliteit waarmee je je kan onderscheiden in de markt. Dat laatste is zeker ook een belangrijke differentiator want de klant wordt steeds kritischer en verwacht dat alles goed functioneert.”

Mens versus robot

Hoe kan je heel complexe processen en taken toch automatiseren? Ook op die vraag zoekt Flanders Make graag antwoorden. “Robots kunnen zeker een mogelijke oplossing bieden”, zegt Walter Driesen. “Maar simpel is het zeker niet. Hoe zorg je ervoor dat robots flexibeler zijn, meer variatie aankunnen en snel programmeerbaar zijn?

Vroeger dacht men dat alles door robots moest gebeuren voor een maximale efficiëntie, maar dan heb je te weinig flexibiliteit. Daartegenover staat de mens – de operator dus – die bij uitstek flexibel is. Je moet dus komen tot een combinatie van taken en processen die geautomatiseerd verlopen met taken die flexibel aan te passen zijn. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van cobots. Dit zijn robots die veilig naast en samen met de operator in een productieomgeving werken.”

Voorbeeld van een robot-mens samenwerking inclusief geprojecteerde instructies

Productieproblemen voorkomen

Op die manier kan je dus als bedrijf waarde creëren, maar dan is het wel belangrijk om al in de ontwerpfase van een product rekening te houden met de manier waarop het gemaakt kan worden. Zo kan je mogelijke problemen voorzien en voorkomen door bij het ontwerp meteen al rekening te houden met hoe je dit nadien zo eenvoudig en correct mogelijk zal kunnen produceren. De productiekosten blijven daardoor ook zo laag mogelijk.

Tom Munters: “Bij de Flexible Assembly cluster van Flanders Make doen we onderzoek naar oplossingen waarbij slimme machines en mensen samenwerken. Zo kunnen flexibele assemblagecellen allerlei productvariaties aan. Robots doen - soms letterlijk - het zware en repetitieve werk, terwijl de mens tussenkomt voor de precisietaken en de kwaliteitsbewaking. Die interactie is onmisbaar voor elke fabriek die morgen wil overleven.”

Aandacht voor de operatoren

Ook voor de mens in de productieomgeving moet er voldoende aandacht zijn. “We staan voor uitdagingen zoals de vergrijzende bevolking en het nijpende tekort aan voldoende technisch geschoolde operatoren”, legt Tom Munters uit. “Slimme technologie betekent in deze context dus niet alleen dat de machine slimmer wordt maar ook dat de operator optimale ondersteuning krijgt bij de uitvoering van zijn taken, om werkbaar werk te garanderen.”

Een persoon die via een bril van op afstand instructies krijgt terwijl hij aan het werk is

De fabrieken van de toekomst

Bedrijven die daarin slagen, zijn volgens Tom Munters de fabrieken voor de toekomst, waarin slimme operatoren samenwerken met slimme robots. “Je kan de operator helpen en ondersteunen om kwaliteitsvoller te werken zodat je meer en kwaliteitsvollere productvariatie mogelijk maakt.

Ondersteuning is onder meer nodig om een ergonomische werkomgeving te creëren maar ook om de taken zelf te begeleiden. Daarvoor kan je bijvoorbeeld virtual reality inzetten of werkinstructies projecteren. Het ondersteuningssysteem moet flexibel inzetbaar zijn, afhankelijk van de kennis en ervaring van de operator. Het is ook belangrijk dat de operator het als ondersteunend en niet als controlerend of storend ervaart.”

Moduleerbare assemblagesystemen

Assemblage is een van de processen die vroeger altijd werden beschouwd als kostenpost. “Nochtans kan het ook een waardegedreven omgeving zijn”, vindt Tom Munters. “Het gaat dan alweer over inspelen op variabiliteit van bij de designfase, onder meer in de volumes en het soort producten. Die aanpak is volgens ons een voorwaarde voor succes.”

Bij Flanders Make bouwden ze alvast een inspirerend voorbeeld: Infraflex, een concept van een moduleerbare assemblagefabriek. Dit is een eenvoudig aanpasbare productieomgeving bij Flanders Make, waar bedrijven kunnen experimenten met het maken van hun eigen producten en productvarianten. Alles – ook de achterliggende software - is volledig ‘on the spot’ configureerbaar zodat je met dezelfde installatie verschillende soorten producten in variabele volumes kan maken. Op basis van hun bevindingen kunnen de bedrijven dan gericht investeren in technologische vernieuwing in hun eigen productieomgeving.”, legt Tom Munters uit.

Infraflex, een concept van een moduleerbare assemblagefabriek

Onafhankelijk onderzoek

“Als onafhankelijke onderzoeksinstelling werken we nauw samen met zowel technologie aanbieders als assemblage bedrijven”, beklemtoont Tom Munters. Hierdoor kunnen we de juiste oplossing op maat van het bedrijf ondersteunen, in alle onafhankelijkheid. “We willen met onze research alle bedrijven in Vlaanderen competitiever maken. Via zowel incrementele stappen maar ook via het radicaal herdenken van systemen en processen, op weg naar de fabrieken voor de toekomst”

We willen met onze research alle bedrijven in Vlaanderen competitiever maken

Bedrijven kunnen bij Flanders Make terecht voor advies én voor mogelijke oplossingen in functie van hun specifieke noden.