Manfred Van Vlierberghe en An Vervliet

In het kader van zijn economisch regiomarketingverhaal profileert Oost-Vlaanderen zich vandaag nadrukkelijk als een Innovation Playground. Meer dan ooit wil de Provincie een platform zijn voor het verspreiden van ideeën en het aanbieden van netwerkmogelijkheden. Reden genoeg om de gedeputeerde van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Economie An Vervliet samen te zetten met Manfred Van Vlierberghe, CEO van ArcelorMittal Belgium, een van dé vlaggenschepen van de Oost-Vlaamse economie die voluit inzet op innovatie.

Met het economische regiomarketingverhaal Innovation Playground wil de Provincie de economische troeven en sterktes van Oost-Vlaanderen nog meer in de kijker plaatsen om zowel binnenlandse als buitenlandse investeerders aan te trekken en de streekeigen bedrijven te ondersteunen binnen zes speerpuntclusters: bio-economie & cleantech; materialen; zorgeconomie en -innovatie; ICT & slimme digitalisering; agro & voeding en slimme logistiek.

Wat die economische troeven betreft, zit het in elk geval goed met Oost-Vlaanderen: logistiek zijn we top (twee havens, uitgebreide autosnelwegen- en spoorinfrastructuur), qua kennisinstellingen genieten we wereldfaam, we hebben een gerenommeerde biotech scene, enzovoort. Maar even goed zijn er enorme uitdagingen: zo is bijvoorbeeld North Sea Port na Amsterdam de haven met de grootste CO2-footprint, goed voor 22 miljoen ton per jaar. De vraag is dus hoe dat verhaal vooral vorm zal krijgen.

Overtollige CO2 als grondstof

We focussen in de eerste plaats op de transitie naar een duurzame economie”, begint de gedeputeerde voor Economie An Vervliet. “Het zijn de bedrijven zelf die dat moeten doen, maar wij willen als Provincie initiatieven helpen opstarten en vervolgens maximaal ondersteunen. Zo streven we met het North-C-Methanol project naar een jaarlijkse reductie van 140.000 ton CO2 in de haven via het principe van carbon capture. ArcelorMittal is daar een belangrijke speler in door zijn overschotten aan CO2 aan te bieden aan partners die CO2 nodig hebben voor hun productieprocessen. Zo kunnen we circulariteit bekomen. Wij als Provincie zijn daarin geen actieve speler, maar spelen wél een belangrijke rol, bijvoorbeeld door bepaalde struikelblokken weg te nemen en als verbinder op te treden.”

Veel bedrijven willen wel verduurzamen, maar vragen zich af wie hen daarbij kan helpen

“Dat is ook een van de missies van de Provincie als Innovation Playground. Veel bedrijven willen wel verduurzamen, maar vragen zich af wie hen daarbij kan helpen. Daarom willen we bedrijven via onze website wegwijs maken in de mogelijkheden voor ondersteuning en verhalen delen van succesvolle projecten die inspirerend kunnen werken. Grote en kleine bedrijven die op zoek zijn naar informatie, naar nieuwe technologie of gewoon naar elkaar, kunnen op die website alles vinden.”

An Vervliet, Gedeputeerde van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Economie

Innovatie, ondernemerschap en connectie met andere stakeholders

Staalreus ArcelorMittal is zo’n inspirerend verhaal aan het vertellen: het bedrijf investeert de komende jaren 1,1 miljard euro in de bouw van een installatie voor direct gereduceerd ijzer (DRI) en twee elektrische ovens in de Gentse vestiging. Meteen ook een van de grootste klimaatinvesteringen ooit in ons land. De DRI-installatie zal, samen met andere projecten zoals Torero (inzet van afvalhout uit containerparken) en Steelanol (omvormen van CO-gas tot bioethanol), de CO2-emissie van ArcelorMittal Belgium met 3,9 miljoen ton verminderen tegen 2030 ten opzichte van 2018.

De uiteindelijke bedoeling is om naar 0 procent emissie te gaan – technologisch zie ik dat zeker mogelijk tegen 2050

“Wij werken heel hard aan circulariteit”, licht CEO Manfred Van Vlierberghe toe. “Enerzijds met smart carbon, anderzijds door de vervanging van fossiele koolstof door waterstof. Die twee assen moeten een vliegwiel aandrijven dat enorm veel duurzame impact heeft, want de uiteindelijke bedoeling is om naar 0 procent emissie te gaan – technologisch zie ik dat zeker mogelijk tegen 2050, al komt daar enorm veel innovatie, ondernemerschap en connectie met andere stakeholders bij kijken. Vooral dat laatste is erg belangrijk: iedere speler is er inmiddels van overtuigd dat je zo’n inspanning niet alleen kan dragen. Niet als land, niet als regio, niet als sector en niet als bedrijf. We kunnen vandaag niemand meer missen, want de tijd dringt.”

Zelf verantwoordelijkheid nemen

Dat verhaal van samenwerken klinkt goed, maar moet soms toch wat bezinken voor het ingang vindt. “Toen wij een jaar geleden met ons verhaal van circulariteit kwamen waarbij onze CO2 als grondstof in de chemische sector kon gebruikt worden, werden we bijna als aliens bekeken”, zegt Manfred Van Vlierberghe daarover. “Maar al snel besefte men daar dat we alleen het verschil kunnen maken door dat soort samenwerkingen: als iedereen in zijn eigen cocon blijft en op zijn eentje werk maakt van een beetje groene stroom, duurt het veel en veel te lang om impact te maken. Uiteraard moet elk bedrijf zijn eigen verantwoordelijkheid nemen – zo maken wij al onze installaties waterstof ready en hebben we het grootste zonnedak van België op onze fabriek liggen – maar in essentie komt het neer op samenwerken.

Als iedereen in zijn eigen cocon blijft en op zijn eentje werk maakt van een beetje groene stroom, duurt het veel en veel te lang om impact te maken

“Dan denk ik bijvoorbeeld aan het North-C-Methanol-project waar An Vervliet het daarnet over had: een hub waarin partners die CO2-overschotten hebben, in contact komen met bedrijven die CO2 goed kunnen gebruiken. De Provincie is in deze een soort facilitator en accelerator, onder meer door vergunningen te voorzien, en een terrein van 150 hectare dat als speeltuin dient voor innovatieve start-ups die werken rond technologie en energie. Hun snelheid en wendbaarheid in combinatie met onze knowhow kritische massa zorgt in de haven voor de ideale mix, en voor een dynamiek die voor een exponentiële groei zal zorgen wat creativiteit, innovatie en economische waarde betreft.”

“Het is overigens fijn om in zo’n project ook vast te stellen hoe alles met elkaar verbonden is rond twee elementen: koolstof en waterstof. En laat dat nu net de twee cruciale elementen zijn binnen de klimaattransitie. Als we die zo efficiënt mogelijk gebruiken, kunnen er heel mooie dingen gerealiseerd worden. Laten we ook geen taboe plaatsen op koolstof: zonder koolstof kan je geen chemicaliën maken en zonder chemicaliën geen samenleving. Ik hoor iedereen graag zeggen dat we windmolens moeten plaatsen, maar het materiaal om die te bouwen moet wel érgens vandaan komen. Anders gezegd: we moeten koolstof koesteren, alleen moeten we het zo circulair mogelijk gebruiken en vooral vermijden dat het in de atmosfeer terechtkomt.”

Manfred Van Vlierberghe, CEO van ArcelorMittal Belgium

Inzetten op eigen afvalbergen

“Wij willen onze rol richting klimaatneutraliteit en sustainability spelen door op drie terreinen te werken”, gaat Manfred Van Vlierberghe verder. “Ten eerste energie-efficiëntie, onder meer via digitalisatie en databeheer, waarbij we met verschillende spin-offs en start-ups werken. Op vlak van energie-efficiëntie zijn we vandaag al wereldtop: als alle bedrijven in de wereldwijde staalindustrie zouden werken als wij, zou dat hetzelfde effect hebben als de vervanging van alle brandstofwagens wereldwijd door elektrische auto’s.”

Een tweede manier is smart carbon, waarbij we koolstof op een verstandige en dus circulaire manier gebruiken. We moeten onze eigen mijn zijn en onze afvalbergen echt gaan zien als grondstoffen. Schroot bijvoorbeeld, waarvan Europa 20 miljoen ton per jaar exporteert, terwijl we dat hier kunnen gebruiken. Idem voor afvalhout en -plastics. In al die producten zit namelijk C (koolstof), zoals gezegd een essentieel element in de klimaatstrijd. Wist je bijvoorbeeld dat alle koolstof die in de bijproducten van de staalsector aanwezig is, overeenstemt met de behoefte aan koolstof van de chemiesector? Op die manier kan je als samenleving dus volmaakt klimaatneutraal worden. Maar dan kijk ik opnieuw naar de noodzaak van samenwerking.

De derde manier is de focus op waterstof, in de eerste plaats als gas. Die gaan we gebruiken in de nieuwe installatie van 1,1 miljard euro die er de komende jaren komt te staan.”

Wij willen van de mensen een license to operate krijgen, omdat ze voelen en zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen

“Door te focussen op die drie punten willen wij maatschappelijk draagvlak creëren om te mogen blijven bestaan: wij willen van de mensen een license to operate krijgen, omdat ze voelen en zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen. Daarom willen we maar al te graag pionier zijn in die duurzame transformatie.

Brains als tweede grondstof

“Via Innovation Playground willen we dus dit soort inspirerende verhalen uit de provincie brengen”, vult An Vervliet nog aan. “Zo hebben we zelf een reizende tentoonstelling georganiseerd rond biogebaseerde economie. Op die manier willen we meer jongeren voor een STEM-richting doen kiezen. Dat aantal moet omhoog en zal omhooggaan, als die jongeren inzien dat ze met een industriële job heel concreet kunnen meeschrijven aan een duurzaam verhaal. Hun brains zijn, naast die afvalstromen, de belangrijkste grondstoffen die we in onze eigen regio hebben.”

Wereldwijde staalindustrieën kunnen dus ‘dankzij’ klimaatbezorgdheid een nieuwe aantrekkelijkheid krijgen omdat er veel in kan gerealiseerd worden

“Wereldwijde staalindustrieën kunnen dus ‘dankzij’ klimaatbezorgdheid een nieuwe aantrekkelijkheid krijgen omdat er veel in kan gerealiseerd worden. Die kans moeten we omarmen, met als boodschap dat niets onmogelijk is. Sneakers maken uit appelleder? Dat kan vandaag gewoon! Als dat niet tot de verbeelding van jongeren spreekt, dan weet ik het ook niet meer (lacht).”