Bernd Everaert en Sophie Roelants van AmphiStar

Oost-Vlaanderen mag zich met meer dan 670 start-ups en vier unicorns dé ondernemersnemersprovincie van het land noemen. Dat is ook te danken aan incubatorprogramma’s als biotope by VIB en aan het Speerpuntenfonds van stad Gent dat projecten, samenwerkingsovereenkomsten en experimenten binnen toekomstgerichte economische clusters van biotech & life sciences, cleantech, healthtech en digitech ondersteunt. Maar wat doet biotope precies, en hoe heeft de deelnemende start-up AmphiStar dat programma ervaren? “Wereldwijd zijn er écht niet veel universiteiten als UGent of instellingen als VIB die zo gerenommeerd zijn binnen biotech.”

Heel concreet is biotope een ondersteuningsprogramma voor (jonge) ondernemers die actief zijn binnen biotech, maar geen link hebben met VIB. Gedurende twaalf maanden krijgen ze toegang tot laboratoria, een netwerk van experts en de nodige financiële steun. Door de businessvaardigheden en technologie van de start-up te versterken, wordt die bovendien optimaal klaargestoomd voor seed funding waar de ‘standaard’ venture capitals voor in aanmerking komen.

Wat wij doen, is start-ups vanuit ons eigen netwerk helpen om zo snel mogelijk hun problemen op te lossen en hen stappen richting toekomst te laten zetten”, legt Annick Verween, manager van biotope, uit. “Er zijn uiteraard meerdere start-up programma’s die dat doen – denk maar aan Start it @KBC – maar die focussen doorgaans op business support.”

Onze unieke insteek is dat we heel start-up specifiek zowel de business als de biotechnologische uitdagingen helpen aanpakken

“Onze unieke insteek is dat we heel start-up specifiek zowel de business als de biotechnologische uitdagingen helpen aanpakken. Ze hebben een grote vraag naar gespecialiseerde labo’s en de expertise daarrond. Maar de meeste vragen gaan over kapitaal: zo kan een start-up interesse genieten van investeerders of corporate wereld, maar ontbreekt het aan concrete middelen voor productie of opschaling. En als ze die middelen krijgen, bijvoorbeeld uit een programma, volstaan die vaak niet.”

Supersterke kern

De focus van biotope ligt dus op biotech start-ups, maar een bijkomend criterium om voor het incubatorprogramma geselecteerd te worden, is dat de bedrijven over intellectual property of minstens IP-potentieel moeten beschikken. Het programma is dan ook niet van de minste: twaalf intensieve maanden begeleiding én 250.000 euro ondersteuning in de vorm van een lening.

“Wij moeten het gevoel hebben dat de start-up een sterke wetenschappelijke en technologische kern heeft”, verduidelijkt Verween, “en dat wij die nog kunnen versterken en helpen groeien. Privé-investeerders binnen biotech kijken namelijk altijd naar de technologie. Daarom is die 250K niet zomaar een ‘gemakkelijk’ ticket: we ondersteunen de start-ups ook in hun verdere ontwikkeling. Maar het blijft investeren in potentieel, en dat betekent: you win some, you lose some.”

Gedurende twee weken voor het effectieve programma begint, nemen de start-ups deel aan een basecamp, de laatste selectiefase waarin biotope kan ontdekken waar de start-ups nu echt rond werken. “Wij hebben start-ups van over heel de wereld in ons programma”, zegt Verween daarover, “dus in die zin is dat basecamp echt nodig voor een grondige kennismaking”

Elke start-up heeft wel dezelfde uitdagingen tijdens haar traject, alleen komen die nooit op hetzelfde moment

“Uit de tien teams die eraan deelnemen zullen de beste gekozen worden door het investeringscomité, waarmee we - individueel en dus op maat - aan de slag gaan om hun concrete uitdagingen aan te pakken. Want grosso modo heeft elke start-up wel dezelfde uitdagingen tijdens haar traject, alleen komen die nooit op hetzelfde moment. Dus is er ook nooit een pasklaar antwoord. Daarnaast is het geen toeval dat die internationale aandacht er is. De Gentse regio staat historisch sterk in biotech, sinds de Ti-Plasmide ontdekt werd door Montagu, Schell en hun collega's in de jaren 60.”

Ingrediënten uit afvalstromen

Sophie Roelants is co-founder en CSO van AmphiStar, een start-up die nog maar pas vorige zomer opgericht werd en die duurzame, biologisch geproduceerde en bioafbreekbare ingrediënten ofte biosurfactants ontwikkelt voor een breed aanbod aan producten. Shampoos bijvoorbeeld, maar ook tandpasta, detergenten of chemicaliën voor industrieel gebruik of gebruik in de landbouw. Die ingrediënten zijn dan ook nog eens gemaakt uit afvalstromen zoals voedingsafval, zodat AmphiStar echt een schoolvoorbeeld van circulaire-economie kan worden genoemd.

De droom van de start-up? Die biosurfactants mainstream maken, zodat ze een duurzaam en volwaardig alternatief vormen voor ingrediënten die vaak op fossiele bronnen of palmolie zijn gebaseerd wat niet duurzaam is. “Zo willen we een echte shift realiseren, zodat mensen binnen tien jaar kunnen vaststellen dat er echt een verschil is gemaakt”, aldus Sophie Roelants.

Het kapitaal is voor ons als start-up uiteraard belangrijk”, gaat de co-founder verder, “zeker omdat wij vandaag op zoek zijn naar onze eerste middelen om écht van start te kunnen gaan. Maar daarnaast willen wij ook gebruikmaken van het netwerk van VIB, de knowhow daarin over IP (Intellectual property; nvdr), teamwerking, fundraising, business opportuniteiten, enzovoort. Via dat netwerk hebben we trouwens ook al enkele mogelijke leads doorgekregen.”

Het gaat dus om veel meer dan geld binnen het incubatorprogramma. Want als we die 250.000 euro kapitaal niet binnenhalen, zullen we toch serieuze stappen gezet hebben om ons verhaal op de best mogelijke manier bij investeerders te pitchen. Biotope geeft dat ook aan: het programma wil voor de juiste connecties zorgen. Tussen start-ups, corporates, overheden, investeerders, opschalingsfaciliteiten, enzovoort.”

Duurzaamheid is één ding, maar dé vraag die investeerders altijd stellen, is wat het kost

“Dankzij die verbindingen en overlegmomenten hebben wij bijvoorbeeld voor onszelf vastgesteld dat ons businessidee veel te breed was: we konden er heel veel mee doen, maar het was te weinig concreet. Nu zijn we tot een specifiek product gekomen, en kunnen we kijken hoe we dat product naar de markt kunnen brengen en de kosten van ons innovatieve productieproces naar beneden kunnen krijgen. Duurzaamheid is één ding, maar dé vraag die investeerders altijd stellen, is wat het kost.”

Speerpuntenfonds

Om de werking te optimaliseren, kreeg biotope ook financiering van het Speerpuntenfonds van stad Gent. Deze organisatie heeft als doel economische ecosystemen in de regio verder te versterken door te investeren in een beperkt aantal grote, ambitieuze en zichtbare flagship projecten. Zoals Biotope er duidelijk één is.

“Het Speerpuntenfonds heeft, net als wij, de ambitie om de biotech sector in de regio te versterken en verankeren”, duidt Annick Verween. “Er zijn hier al heel wat sterke spelers, maar vaak op een niveau dat voor jonge start-ups onbereikbaar is. Die afstand willen wij overbruggen.”

Dat de regio een wereldspeler is op vlak van biotech, kan Sophie Roelants alleen maar beamen. Zij is namelijk ook al tien jaar actief als innovatiemanager Biosurfactants aan Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP)/UGENT. “Zonder al te bescheiden te zijn kunnen we zeggen dat het onderzoek dat we daar deden, en dat uitmondde in de start-up, van wereldniveau was”, vertelt ze daarover. “Het is vooral te danken aan het feit dat er al decennialang een basis voor bestaat in Gent. Instituten zoals UGent, VIB en BBEPP hebben een uitstekende internationale reputatie opgebouwd. Dit geeft ons als start-up ook credibiliteit.”

“Bovendien trekt BBEPP, onze ultramoderne en multifunctionele proefinstallatie voor ontwikkeling en opschaling op maat van innovatieve biogebaseerde producten en processen ook heel wat internationale biotech spelers aan die hier een vestiging komen opzetten. Kortom, de regio wordt echt als een hub beschouwd, met heel wat academische en industriële ervaring.”

Ver weg van paperassen

“Ook daarin kan biotope een belangrijke meerwaarde bieden”, pikt Annick Verween in. “Er zijn zoveel spelers binnen biotech in de regio, zowel op academisch als industrieel vlak dat enige wegwijs nodig is. Wie is het aanspreekpunt binnen BBEPP? Waar kan een start-up terecht voor financiering?”

“Daarom hebben we per speler binnen biotech één concrete contactpersoon, zodat wij partijen in geen tijd met elkaar in contact kunnen brengen, zonder dat die zich eerst door 35 pagina’s samenwerkingsovereenkomsten moeten worstelen. Dat laat ons toe heel snel te schakelen en proactief advies te geven naar de start-up toe, wat hen heel wat tijd en dus geld bespaart.”

We hadden externe expertise nodig en die hebben we gevonden via het netwerk van biotope

“We hebben daar al optimaal van kunnen profiteren”, besluit Sophie Roelants. “Zo zijn we heel goed in het ontwikkelen van de duurzame ingrediënten, maar om die vervolgens – net als in keukenrecepten – op een ideale manier te combineren met andere ingrediënten tot innovatieve en duurzame producten, hadden we externe expertise nodig. Die hebben we gevonden via het netwerk van biotope. Op het eind van de basecamp pitchen we voor het investeringscomité van biotope en dan hopen we bij de gelukkigen te zijn die toegang krijgen tot de 250.000 euro én het persoonlijke programma.”