Nomet-oprichtster Mona Delagrange

Volop zomer. Komkommertijd, zou je dan denken. Niet voor Mona Delagrange die een dik jaar geleden onder de merknaam Nomet haar zeewierkroket lanceerde en - waarmee ze - om het in dartstermen te zeggen - meteen bull’s eye gooide. De naar Brussel uitgeweken Brugse had nooit durven dromen dat haar product op zo’n korte tijd zo’n hoge vlucht zou nemen: in juni ging ze in zee met La Vie Est Belle, producent van vegetarische producten, en later dit jaar zal haar gesmaakte product massaal in de retailhandel te vinden zijn. “Het gaat ontzettend hard, maar ik geniet met volle teugen.”

Experimenteren in de keuken

Genieten staat in Delagranges woordenboek gehighlight. “Ik hou heel erg van uit eten gaan”, zegt de West-Vlaamse die inmiddels in Brussel woont en werkt. “Vandaag eet ik uitsluitend vegan maar ook toen ik nog vegetariër was, kreeg ik tijdens restaurantbezoeken te maken met weinig inspirerende menukaarten. Nergens vond ik een alternatief voor een gerecht dat ik als kind het liefste at: de huisgemaakte garnaalkroket. Voor mij voelde dat aan als een groot gemis.”

Delagrange - ze werkt als master in de voedingswetenschappen nog halftijds voor de VUB - was zoals zoveel anderen genoodzaakt om tijdens de coronaperiode thuis te werken. De lockdown bleek voor haar hét moment om zich toe te leggen op het ontwikkelen van een alternatieve garnaalkroket. Haar insteek: het moest duurzaam en diervriendelijk zijn én een nieuwe smaak, gericht op een groot publiek.

“Ik had toch tijd, dus waarom niet? Vanuit een grote interesse voor vegan producten en de grote goesting in de smaak van garnaalkroketten begon ik te experimenteren met verschillende soorten zeewier”, vertelt Delagrange. “Mijn keuken werd mijn labo waar ik volop aan het experimenteren ging. Na weken van zoeken, proeven en aanpassen, had ik het perfecte recept gevonden.

Twee fulltime jobs

Uit de zeven verschillende soorten zeewier die ze had geprobeerd, bleek er één uiterst geschikt voor de smaakvolle kroket die Delagrange altijd voor ogen had. “Gecombineerd met de smeuïge vulling op basis van havermelk en een krokante korst had ik plots een heel lekkere zeewierkroket in handen. Niet enkel ikzelf vond die heel lekker, ook de mensen aan wie ik hem liet proeven, waren in de wolken. ‘Hier moet je echt iets mee doen!’, hoorde ik steeds opnieuw.”

En zo geschiedde. Delagrange ging op zoek naar een huurkeuken, gaf het kind een naam en voor ze het wist, zat de onderneemster aan 120 stuks per weekend, allemaal met de hand gedraaid. “Tijdrovend en intensief, maar het gaf mij zoveel voldoening”, klinkt het. Doorgaans zit er tussen het ontwikkelen van een product en de lancering ervan nog een periode waarin via marktonderzoek wordt gepolst naar de noden van de consument. Delagrange sloeg die fase over en sprong meteen in het diepe. Het nieuws dat er een alternatief was voor de garnaalkroket verspreidde zich als een lopend vuurtje.

“Dat was toch een opsteker. Ik wist als vegan wel dat de vegan-community interesse zou hebben in een smaakvolle zeewierkroket maar dat het zo’n storm zou lopen, had ik eerlijk waar niet verwacht. Het is misschien wat vreemd om te zeggen, maar wat marketing en promotie betreft, heb ik heel weinig moeten doen. De vraag naar mijn duurzaam alternatief voor de garnaalkroket bleek dusdanig groot.”

De voorbije lockdownperiode heeft haar leven een heel andere richting uitgeduwd, aldus Delagrange. “Het is wel even heel pittig geweest: toen ik na de coronacrisis weer voltijds voor de VUB ging werken, timmerde ik ‘s avonds laat naarstig verder aan het Nomet-verhaal.”

Lange tijd heb ik twee fulltime jobs gehad, ook al was Nomet ‘maar’ in bijberoep. Dat heb ik toch serieus onderschat. Maar toen ik na zes maanden al genomineerd werd voor de finale van de Belgian Vegan Awards en mezelf zag staan tussen kleppers als Alpro, Plant-a-Pizza en Madam Bakster wist ik dat ik moest doorzetten.”

Het is wel even heel pittig geweest: toen ik na de coronacrisis weer voltijds voor de VUB ging werken, timmerde ik ‘s avonds laat naarstig verder aan het Nomet-verhaal

Productie opschalen

Het ondernemersverhaal van Nomet is vrij atypisch: een start-up die uit de startblokken schoot en meteen op kruissnelheid kwam. “Voor de productie van de eerste zeewierkroketten moest ik op een bepaald moment mijn familie inschakelen, omdat ik het zelf niet meer kon bolwerken”, vertelt Delagrange die ook laat weten dat de onderhandelingen met het toonaangevende veggie burgerbedrijf La Vie Est Belle intussen achter de rug en de productie vanaf het najaar bij hen zal plaatsvinden.

Door het outsourcen van mijn productie kan ik als newbie in de markt snel opschalen

Ik ben echt zeer blij dat een merk als La Vie Est Belle wil meestappen in mijn verhaal. Niet enkel omdat ze zoveel knowhow in huis hebben, maar ook omdat ik zo voorlopig niet hoef te investeren in een grotere productielijn en locatie die voldoet aan de strenge productienormen. Een nieuw product kleinschalig op de markt brengen is één, B2B-verkoop is nog iets heel anders. Het federaal voedselagentschap hanteert heel strenge normen wat de productie betreft, en terecht. Door het outsourcen van mijn productie kan ik als newbie in de markt dus snel opschalen.”

Academische achtergrond als troef

Ondertussen heeft Nomet niet enkel een bekende vegetarische producent mee aan boord, ook een grote Belgische retailer toont zich naar verluidt bijzonder enthousiast. “Ja, vanaf december liggen de zeewierkroketten in alle 31 BioPlanet-winkels in België”, klinkt Delagrange niet weinig trots. “Ik moet me soms zelf eens in de arm knijpen want dit gaat ongelooflijk snel, maar ik geniet met volle teugen.”

Mijn werk aan de VUB staat toch veraf van de ondernemerswereld. Maar ik beschouw mijn achtergrond als voedingswetenschapper wel als een grote troef

Delagrange was helemaal geen ondernemer toen ze in haar keuken begon te experimenteren. Ook vandaag valt op dat ze niet in grote marketingtermen over Nomet praat. “Het is een heel andere wereld dan die waar ik uitkom”, zegt ze. “Mijn werk aan de VUB staat toch veraf van de ondernemerswereld. Maar ik beschouw mijn achtergrond als voedingswetenschapper wel als een grote troef. Tijdens de ontwikkeling en het uitdenken van het recept wist ik snel hoe ik bepaalde ingrediënten in het basisrecept van kroketten kon vervangen. Dat was een niet onbelangrijk voordeel.”

Zeewier: future food source!

Door haar ondernemersparcours is ze een heel grote fan van zeewier geworden, merkt Delagrange op. “Er bestaan duizenden soorten zeewier, en we staan pas aan het begin van een grote zeewierrevolutie. Het wordt echt een future food source. Althans, zo denk ik erover. Want zeewier is niet enkel erg voedzaam, het groeit ook meer dan dubbel zo snel als groenten en er is nog zo veel zee-oppervlakte beschikbaar waarop je het kunt kweken.”

Zeewier is niet enkel erg voedzaam, het groeit ook meer dan dubbel zo snel als groenten en er is nog zo veel zee-oppervlakte beschikbaar waarop je het kunt kweken

Voor mijn recept heb ik verschillende soorten zeewier gebruikt. Deze smaakten allemaal anders. Lekker, maar er was er maar één die mooi samenviel met wat ik met kroket altijd voor ogen had. Wat niet betekent dat ik met de andere recepturen niets ga doen. Ik denk dat er nog heel veel ruimte is voor verschillende alternatieven”, aldus Delagrange. “Nu, ik werk niet zomaar met gelijk welk zeewier. De mijne komt van een producent die kweekt in de Oosterschelde, zo lokaal mogelijk. Het is een topproduct, en bovendien biologisch. Nog een extra troef!”

Haar grote droom is dat de zeewierkroket als een waardig alternatief op de menukaart komt, vernemen we van de West-Vlaamse. “Niet als vervanger van de garnaalkroket, concurreren wil ik immers niet. Het zou heel mooi zijn, mocht mijn zeewierkroket een plaats krijgen tussen alle andere gerechten”, besluit Delagrange.