Een stoere, scherpe titel van een artikel dat ik onlangs las. Wat volgde, waren reacties met opnieuw veel boude uitspraken. Het trok mijn aandacht omdat het verschillende zaken blootlegt.

In de eerste plaats hoe cruciaal zaken als respect, erkenning en mensen in hun waarde laten vandaag zijn geworden. Wat mij betreft essentiële fundamenten voor elk soort relatie, ook een zakelijke. Zowel tussen werkgever en werknemer, tussen klant en leverancier als tussen collega’s onderling. En laat ons wel wezen, dat was in het verleden allesbehalve het geval. Zeer goed dus dat dit niet meer zwijgzaam getolereerd wordt!

Het legt echter ook een ander, veel complexer vraagstuk bloot: de gevoeligheid aan hiërarchie of gezagsverhoudingen. We slagen er immers nog niet in om een breed gedragen antwoord te formuleren op de vraag hoe respect - voor elke mens en functie - en gezagsverhoudingen zich dan horen te verhouden tot elkaar.

Want betekent respect automatisch dat er geen hiërarchie mag zijn? Dat er geen verschil in gezagsverhoudingen mag zijn?

Betekent respect dat iedere FUNCTIE gelijkwaardig is?

Betekent respect dat iedere FUNCTIE gelijk is?

Dat verschil niet wenselijk is en tot een minimum herleid moet worden? Het ideaal van de platte organisatie en zelfsturende teams? Is dat de enige vorm om dat respect vorm te geven?

Betekent respect dat iedereen overal zijn zeg op mag doen? Ongeacht de mate waarin die persoon de impact ervan moet dragen? Het ideaal van de deep democracy?

Ik heb de antwoorden voor alle duidelijkheid niet zelf in pacht. Maar het zijn wat mij betreft de echte fundamentele vragen en die stellen we veel te weinig.

Want de praktijk toont vaak een veel complexere realiteit dan eender welke theorie. Een praktijk die bovendien ontzettend afhankelijk is van cultuur, context én tijdgeest!

We blijven veel te vaak hangen in simplismen en discussies verzanden veel te veel in persoonlijke of emotionele argumenten vanuit ‘ik’ in plaats van vanuit het collectief, waarin iedereen zijn aandeel en verantwoordelijkheid heeft.

We veroordelen ook te vaak manieren van toen, gebaseerd op het denken van nu. De geschiedenis dient om ervan te leren, deze willen herschrijven is daarom nooit een goed idee. Meer zelfs, het is een gevaarlijk hellend vlak.

Want uiteraard is iedere MENS gelijkwaardig. Maar dat is vaak niet eens issue. De echte vraag is: wat zijn aanvaardbare verschillen in verhoudingen en zeggenschap op de werkvloer met respect voor ieders waarde en inbreng in het geheel van de bedrijfsvoering?

En welke plek krijgt die job in het grotere geheel van iemands leven? Zowel financieel als op het vlak van zinvolheid. En hoe verhouden die twee zich tegenover elkaar?

Allemaal zaken die nu fundamenteel anders zijn dan pakweg 30 jaar geleden. Maatschappij en arbeidsmarkt veranderen razendsnel. Iedereen voelt ergens aan dat we op meerdere vlakken tegen een systeemcrash aanschuren. Of is het een reset?

Met de eeuwenoude menselijke reacties daarop als gevolg: van krampachtig behouds- en zekerheidgezind tegenover dwingend disruptief. Om hopelijk ergens middenin te belanden.

Maar dan moeten we wel de juiste discussies voeren. Of de directie een eigen parkeerplaats moet krijgen, lijkt me daarin niet het meest relevante topic. Het is er wel eentje waarmee je gemakkelijk kan scoren op symboolniveau.

Ik mag hopen dat de meerderheid van de mensen beseft dat er nood is aan verschuivingen die verder gaan en vooral systemisch doordachter zijn dan dat. Laten we respect en erkenning blijven waarborgen. Maar laat ons ook erkennen dat er op de werkvloer verschillende functies en hiërarchieën bestaan en dat we ons moeten richten op het vinden van een evenwicht dat recht doet aan ieders bijdrage en waarde.